[Behoefte]
BEHOEFTE, z.n., vr., der, of van de behoefte; meerv. behoeften. Hetgeen dat men behoeft, nooddruft, gebrek: mijne behoeften gaan mijne inkomsten ver te boven - de sterke drank is hem eene behoefte geworden. Wie zal haar in hare behoefte helpen? Dit woord wordt ook zamengesteld gebezigd, doch meest in het meerv., als mondbehoeften, levensmiddelen - schrijfbehoeften, alles wat men noodig heeft om te schrijven, pennen, papier enz.