Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Beeldgieter] BEELDGIETER, z.n., m., des beeldgieters, of van den beeldgieter, meerv. beeldgieters. Van beeld en gieter. Een kunstenaar, die beelden van metaal enz. giet. Vorige Volgende