Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 257]
| |
armzalige troost - een armzalig geschenk - een armzalig dorp. Als bijw.: wij leefden daar armzalig, ellendig - dat is armzalig geschreven. Van hier ook armzaligheid. Zie arbeidzalig en zalig. |
|