[Apenspel]
APENSPEL, z.n., o., des apenspels, of van het apenspel; meerv. apenspelen. Eene belachlijke nabootsing van anderen, op de wijs der apen, ook niets beduidende, nutlooze verrigtingen - aperij, apenwerk: zijne houding en al zijne gebaren zijn een volmaakt apenspel. Zijn al die dingen niet maer louter apenspel?
Want naer het apenspel van Venus dartel wicht,
Soo gaet het tweede deel tot aen den zedenplicht. J. Cats.