[Amsteldammer]
AMSTELDAMMER, z.n., m.; des amsteldammers, of van den amsteldammer; meerv. amsteldammers. Te Amsteldam geboren, ook voor aldaar woonachtig: men kan aan zijne uitspraak wel hooren, dat hij een amsteldammer is. Ook wordt amsteldammer als een onveranderlijk bijv. naamw. gebezigd: eene amsteldammer schuit - amsteldammer schippers.
Dit gebruik van er, achter de namen van landen, steden enz. gevoegd, om daarmede volksnamen uittedrukken, is