Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 221]
| |
Van het zin versterkende al en oud. Zeer oud, van eene grijze, van de eerste oudheid: de Vorsten der aloude stammen. L. Bake. Men vindt in aloude boeken. Zie aal. |
|