[Allerliefst]
ALLERLIEFST, bijv. naamw. en bijw., zijnde de overtreffende trap van lief, met het voorvoegsel aller. Ten hoogste geliefd. Als bijv. naamw.: allerliefste vriend - allerliefst kind. Mijn allerliefste. Als bijw.: ik draag deze soort van hoeden het allerliefst. - In het gezelschaplijke leven wordt dit woord ook voor zeer lievenswaar-