[Ahorn]
AHORN, ahornboom, (bij Kil. ook aenhorn, lat. acer, platanus.) z.n., m., des ahorns - ahornbooms, of van den ahorn, ahornboom; meerv. ahornen - ahornboomen.
Adelung acht den naam dezes booms, door middel eener niet ongewone verwisseling van c met h, van het lat. acer afkomstig.