Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] [Afmaling] AFMALING, z.n., vr., der, of van de afmaling; meerv. afmalingen. Van afmalen. Afschildering. Zie er. Vorige Volgende