Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] [Afknaging] AFKNAGING, z.n., vr., der, of van de afknaging; het meerv. is niet in gebruik. Van afknagen. Zie ing. Vorige Volgende