[Aantokkeling]
AANTOKKELING, z.n., v., der, of van de aantokkeling; meerv. aantokkelingen. Van aantokkelen. Gedurige aanraking; doch in eene ruimere beteekenis, aandrijving, aanporring: de aantokkelingen van den wellust storten hem in het verderf. Zie ing.