[Aandrukken]
AANDRUKKEN, bedr. w., gelijkvl. Ik drukte aan, heb aangedrukt. Van het scheidb. voorz. aan, dat hier tot, naar, beteekent, en drukken. Iemand tegen den muur aandrukken. In den zin van boekdrukken, zegt men: nog een blad aan een boek drukken.