Het is toch vreemd dat sommige plekken je dadelijk aan bepaalde menschen herinneren. Je kunt er niet langs, zonder aan ze te denken. Ik voelde me erg verlaten zoo zonder hem, net twee minuten lang.
Wat denk je wel, dat mijn laatste werk is, Vadertje? Je zult wel gaan denken dat ik onverbeterlijk ben. Ik schrijf een boek! Drie weken geleden begon ik ermee en ik schiet er heerlijk mee op. Ik ben nu eindelijk achter het geheim gekomen. Jongeheer Jervie en die uitgever hadden gelijk. Je schrijft het best, wanner je het over dingen hebt die je door en door kent. En dezen keer heb ik het over iets, waarvan ik zeker weet mee te kunnen spreken. Raad eens wat! Het John Grier Home! En het wordt goed, Vadertje. Ik geloof het beslist. Tot op de kleine onbelangrijke alledaagsche dingetjes toe. Ik ben nu een realiste. Ik heb de romantiek er aan gegeven. Daartoe zal ik later nog wel terugkeeren, wanner mijn eigen avontuurlijke toekomst begint.
Dit boek zal ik nu afmaken ook, en dan wordt het uitgegeven. Je zult het zien! Als je vurig naar iets verlangt en maar volhoudend blijft volharden, dan zet je je zin toch door op den duur. Ik heb er nu al vier jaar lang op gewacht een brief van jou te ontvangen en ik geef den moed nog altijd niet op.
Nacht Vadertje!
(Ik vind het prettig je ‘Vadertje’ te noemen. Het klinkt zoo aardig, vertrouwelijk!)
Je je liefhebbende
Judy.
P.S. Ik vergat nog, je nieuws van hier te vertellen. En het is toch werkelijk erg wanhopig nieuws. Lees maar niet verder als je niet tot tranen toe geroerd wilt worden.
Arme, oude Grover is dood! Hij was zoo zwak, dat hij niet meet kon eten en ze moesten hem daarom wel dood schieten.
Negen kuikens zijn luatst door een wezel of een bunzing of een rat om het leven gebracht.