dozijnen, die 'k er uit liet; dat exemplaar, zeg ik, mag wel een echt klad van dézen druk worden genoemd.
Al de verzen, immers, op zeer weinige na, en sommige afgetrokken beschouwingen heb ik weggeschrabd; zekere verzuimde toestanden, waarin het beloop der vertelling min spoed en meer licht eischte, en die nauwelijks waren aangestipt, zijn breeder ontwikkeld; een aantal tafereeltjes hertoetst en voltooid; overgangen geleidelijker gemaakt; enkele tooneelen meer zichtbaar met de handeling verbonden, en veel andere plaatsen in de bijzonderheden overgewerkt.
Voornamelijk werden er onuitgegeven, onlangs geteekende, schetsen uit de kinder- en schoolwereld, uit het soldatenleven en 't ziekenhuis bij gezameld.
Het bleek mij tevens wenschelijk minstens een tiental hermaakte hoofdstukken te splitsen en anders in te deelen; alsmede stijl en taal zelve te onderwerpen aan zorgvuldige herziening.
Doch, dat alles gebeurde, zonder den grond,