Bacchus. Zijn leven verteld en verklaard door dichters, mythografen en geleerden. Deel 1
(1968)–L.Ph. Rank, J.D.P. Warners– Auteursrechtelijk beschermd3. Drie kleinere OvidiusuitleggersDe Ovidiusverhalen en hun diepere betekenis hebben de middeleeuwers bij voortduring beziggehouden. Op drie Ovidiuskommentatoren willen we hier in ons Bacchusverband even wijzen. Het zijn Arnolphe d'OrléansGa naar eind61., Johannes van GarlandiaGa naar eind62., en | |
[pagina 39]
| |
Giovanni del VirgilioGa naar eind63., d.w.z. een Fransman, een uit Engeland afkomstige Fransman en een Italiaan. Men kan deze auteurs in zekere zin als voorlopers van de Ovide moralisé beschouwen.
Arnulf van Orléans (einde xiie eeuw) schreef behalve een kommentaar op Ovidius' Fasti ook een prozakommentaar op de Metamorfosen met als opschrift Allegoriae fabularum Ovidii. Boeksgewijze geeft Arnulf een opsomming van de voorkomende metamorfosen met als inleidingsformule: Mutationes sunt hae. In dit opzicht lijkt het werk op de inhoudsopgaven van Lactantius Placidus op Ovidius. Er volgen dan uitleggingen in drieërlei zin: moraliter, historice, allegorice. Copiïsten amalgameerden Arnulf's prozakommentaar met de latere veel kortere metrische Integumenta - over deze term later - om beide verklaringen bij de hand te hebben. Ook is van Arnulf's hand een uitvoerige Lucanus-kommentaar de z.g. Glosulae Lucani over. Arnulf bespreekt eerst de geboortemythe, die zeer in het kort verteld wordt en onmiddellijk van kommentaar is voorzien: Jupiter is de aether, het vuur, waardoor wij de razernij en de hitte of begerigheid van het drinken bezitten. De betekenis van deze uitleg lijkt duidelijk: Jupiter wordt op natuurkundige wijze opgevat: hij is het vuur, dat de wijnlust voedt. Of eenvoudiger gezegd: hitte geeft dorst. Semele is de vrouw die gesteld is op dissolutio, want de naam Semele betekent weer corpus dissolutum, en de auteur voegt hier aan toe: lieden die een losbandig leven leiden staan eerder voor de gloed van het drinken open dan anderen. De samenhang van de naam Semele en het corpus dissolutum is ons bekend en komt van het griekse σῶμα λύειν. Semele is dus een vrouw die tuk is op losbandigheid, op het losgemaakt zijn. Jupiter die Semele bezoekt maakt haar zwanger van Bacchus, dat wil zeggen maakt haar dronken door wijn. Semele is dus een grage drinkster. De volgende passage is moeilijk: de schrijver gaat nog even in op | |
[pagina 40]
| |
de Semele misleidende Juno, die voorstelt de muliebris fragilitas, de fragiliteit van de vrouw, die groter is dan die van de man, zoals Juno voor haar man onderdoet; hierdoor wordt veroorzaakt dat Semele door Jupiter met de bliksem getroffen wordt. Wij denken dat dit het volgende betekent: Juno, een ‘zwakke’ vrouw weet slechts door list het geweld van haar man over Semele te doen zegevieren. Maar daarmee is nog niet alles gezegd: de fragiliteit van de vrouw wordt nu in verband gebracht met Semele, die door Jupiter gedood wordt: deze ontmoeting loopt zo treurig af wegens de broze zwakte van Semele, en deze veroorzaakt dat zij zich zo op het drinken toelegt dat ze door al te veel wijn bewusteloos wordt. Tenslotte: Juno verschijnt in de gedaante van een oude vrouw, omdat oude vrouwen wijnzuchtiger zijn dan jonge. Dan volgt de PentheusmytheGa naar eind64.. Pentheus wordt ook hier voorgesteld als de verachter van Bacchus. Over de gearresteerde lezen we: Pentheus heeft toen in plaats van Bacchus Acestes gevangen, waarin Bacchus zich veranderd had (... in quem Bacchus se mutaverat...). In enkele regels wordt het overige meegedeeld: Bacchus ontsnapt en zal maken dat Pentheus door zijn eigen moeder gedood wordt. Vervolgens wordt Pentheus als de vir religiosus gekarakteriseerd, die verachter is van de dronkenschap. Is wellicht Pentheus hier dan het christelijk symbool van ascese? In ieder geval ziet de auteur wel iets dergelijks in de koning: deze tracht de aan Bacchus offerende (drinkende) vrouwen er van af te houden. Ook in de naam Pentheus hoort de schrijver het religieuze element zeer sterk: Pentheus betekent totus in deo, geheel in god. Deze etymologie berust weer op een latijnse interpretatie van het griekse pan, alles, en deus of theos, god, met als toevoeging: Pentheus is de man die Bacchus laat gevangennemen, en Bacchus is degene die tot drinken nodigt. We lezen hieruit dat Pentheus niet alleen zoals we zoëven zagen religiosus is, maar ook ‘in god’ en we stellen de vraag: is Pentheus wellicht hier dan de lijdende Christus? | |
[pagina 41]
| |
Nu gaan we met de schrijver over naar Acestes, die Bacchus in veranderde gedaante is: Acestes is de man die geheel door wijn in beslag genomen is, zoals zijn naam aantoont: Acestes enim sine cingulo dicitur, ‘a’ grece, ‘sine’ latine, ‘ceston’ cingulum, inde Acestes sine cingulo id est dissolutus. Acestes immers wil zeggen sine cingulo, zonder gordel. D.w.z. a op zijn grieks en sine in het latijn. Het griekse ceston is cingulum. Vandaar dat Acestes betekent: sine cingulo, dat is dissolutus. Wij vermelden nog even dat Acestes overigens eigenlijk Acoetes heette, d.w.z. de immer waakzame, een passende benaming voor een stuurman. Over dit onderwerp lezen we dan nog: Pentheus, de religieuze man, heeft een dissolutus, een dronkaard, vastgebonden en in de gevangenis gezet. Men lette hier op het woordgebruik: Pentheus, vir religiosus heeft gebonden (ligavit) de ebrius (= dissolutus). Men ziet hier dus de tegenstelling: solvere - ligare. Hij heeft hem van het drinken teruggeroepen naar de tijd. Later heeft zijn moeder Agaue hem, die in het milieu van dronkenen niet wilde verkeren, waanzinnig, dat is dronken, gedood. En de auteur besluit met de volgende mededeling, die we hier niet weg willen laten, hoewel we de draagkracht er niet van kennen: Sicut et multi adhuc ita interficiuntur in Anglia: zoals velen tot nu toe in Engeland worden gedood. Heel in het kort komen nu de tyrreense zeerovers aan de orde. De betekenis van deze mythe gaat niet diep: de zeerovers vonden Bacchus, dat is wijn, op het strand en namen de wijn aan boord om die duur(der) te verkopen. Maar ze dronken er zelf te veel van en vielen in zee. Vandaar het verzinsel dat zij in vissen veranderd werdenGa naar eind65..
Johannes van Garlandia (± 1195-1272), een geboren Engelsman, was docent aan de universiteiten van Toulouse (1229-1231) en Parijs, waar hij in 1234 (?) zijn Integumenta schreef. Onder integumenta dienen wij het volgende te verstaan: waarheden verborgen onder de mantel van mythologische verhalen. In tegenstelling tot Ar- | |
[pagina 42]
| |
nulf hebben we hier echter met poëzie te maken. Johannes stelde deze integumenta successievelijk aan de hand van de door hem geïnterpreteerde Metamorfosen als z.g. versus memoriales voor onderwijsdoeleinden te boek. De retor-poëet is steeds op zoek naar de intentio moralis van wat Ovidius te bieden heeft. Men treft deze Integumenta aan in ettelijke Ovidiushandschriften van de xiiie en xive eeuw, hetzij als appendix toegevoegd hetzij in de vorm van marginale glossen. De officiële titel luidt: Integumenta super Ovidium Metamorphoseos secundum Magistrum Iohannem Anglicum. Johannes' hoofdwerk was een uit 4000 hexameters bestaande grammatica: Compendium grammaticae. Johannes van Garlandia wijdt enkele verzen aan BacchusGa naar eind66.: Deceptam Semelem corpus dic esse solutum
Quod gula dissolvit flammaque cara meri.
Sunt gemine matres duplex natura falerni
Cui pater est estas humida mater hiems.
Wij vertalen aldus: Zeg dat de misleide Semele betekent corpus solutum, dat vraatzucht en de dierbare vlam van de ongemengde wijn heeft ontbonden. Er zijn twee moeders, dubbel is de natuur van de Falerner wijn, voor wie de vader de zomer is, en de moeder de vochtige winter. Hier openen zich geen nieuwe perspektieven: de dronken Semele, en de wijn die voortkomt uit de hitte (Jupiter), wat de tweede geboorte is; de eerste is te danken aan Semele, die de wijn in eerste instantie, in de winter, draagt en doet groeien. Dat blijkt ook uit de hierbij behorende prozakommentaar: Onder Semele wordt de vochtige winter verstaan: de dij van de oppergod, die de (warme) bovenlucht is, is dan de zomer. Bacchus is niets anders dan de wijn, die in de winter het vocht tot zich trekt en in de aarde verborgen is. In de zomer bot hij (eigenlijk natuurlijk de druif) uit en komt tot rijpheid. Over de nimfen van Nysa: de vrouwen, die Bacchus gevoed hebben; zij waren de beste drinksters. Of anders: omdat in de stad | |
[pagina 43]
| |
Nysa goede wijnstokken waren, waaruit die nimfen geboren zijn. We lezen in Ghisalberti's uitgave nog een tamelijk uitvoerige natuurkundige explicatie in proza, afkomstig van de een of andere anonyme kommentator-tijdgenoot. Het merkwaardige is dat deze uitleg bijna woordelijk overeenkomt met hetgeen we lezen bij Boccaccio, Geneal. v, cap. xxv (Romano i, p. 265-266) zoals we later nog zullen zien. Als Bacchus de wijn is, is Semele de wijnstok, die door Jupiter (de warmte) gezwollen gemaakt wordt. Dan loopt de wijnstok uit in ranken en trossen, als ware hier van een kind sprake. Dan echter wordt hij door de bliksem getroffen, bij de komst van de nazomerwarmte: de vrucht wordt volrijp. Wat de moeder, aldus nog steeds onze schrijver, niet meer aan warmte aan haar kind kon geven, schenkt de vader. En na de tweede geboorte bewaart Ino het kind (de wijn) in het geheim, bedekt door wijnranken, opdat hij niet door al te hete lucht beschadigd wordt. Tenslotte voeden de nimfen de wijn. Over de Pentheussage schrijft onze auteur het volgende (Integumenta Ov. iii, vs. 169-180): Pentheus wordt hier aangeduid als de studiosus homo, die het slachtoffer wordt van zijn eigen zintuigen en geestelijke vermogens. Ino stelt gehoor en gezicht voor; Autonoë de imago (de verbeelding), Semele de intellectus en Agaue de ratio. Volgens Ghisalberti is dit een eigentijdse filosofische uitlegging.
Tenslotte Giovanni del Virgilio. Deze, een vriend van Dante, gaf te Bologna (1322-1323) colleges over Vergilius, Statius, Lucanus en Ovidius Major. Giovanni legde de Ovidiustekst grammatisch uit en schreef tevens afzonderlijke allegorieën. Zijn werk is een mengeling van proza en poëzie. In de inleiding op boek 1 zegt hij ondermeer: Unaquaeque transmutatio in hoc libro descripta merito ad mores est penitus reducenda. De auteur verstaat onder Semele weer de wijnstok. Onder het ingrijpen van Jupiter verstaat hij de influencia supercelestis, de bovenhemelse invloed. We kunnen bij deze verklaring naar de voor- | |
[pagina 44]
| |
gaande schrijver verwijzen: Jupiter is de zonnehitte die de wijnstok tot bloei brengt. Juno's raadgeving wordt aldus verklaard: het opnieuw zien van de oppergod betekent: de invloed van de (warme) lucht die de wijnstok voedt tot augustus. De blikseminslag: dat is de ardor ethereus, de hitte van de bovenlucht, die alle aardevocht opslurpt. Bacchus in de dij van de vader: de druiven aan de wijnstok worden gevoed nadat het aardse vocht is verbruikt. De opvoeding van de waternimfen: de wijn wordt door water gevoed en wel zo, dat het toegevoegde water de wijn matigt. Het fragment eindigt met deze vier verzen: Impletam bacho Semelem exterminat ardor
Que vetule credens ebria facta fuit.
At calor aquarum nimphis commisit alendum
Nam furias Bachi temperat haustus aque.
De hitte maakt een einde aan het leven van Semele, vervuld van Bacchus als ze is, Semele, die, gehoor gevend aan de oude vrouw, dronken is geworden. Maar de hitte vertrouwde Bacchus toe aan de waternimfen, want een teug water matigt de razernij van Bacchus. Een gewone wijnallegorie dus tot slot. Giovanni del Virgilio volgt dus de naturalistische uitleg, die hij uitvoerig parafraseert, van Integumenta 161-162. Over de tyrreense zeerovers het volgende (iii, 7). Ook hier een gewone wijnallegorie: Bacchus wil zeggen wijn en de tyrreense zeerovers, van Bacchus vervuld, zijn zo dronken dat ze de zee voor een wei aanzien. Metrisch vat de auteur het aldus samen: Egregio Bacho iuvenes quem puppe ferebant
Pentheus (iii, 8 en 9) wordt hier genoemd als een vir bonus et discretus, die tegen de drank ageert. Zijn tegenstander Acestes is ook hier weer een dissolutus, die in boeien geslagen, de dronkenschap symboliseert. Zijn bevrijding uit de boeien beduidt dus de ontnuchtering. | |
[pagina 45]
| |
Metrisch samengevat: Est homo morosus Pentheus seu religiosus
qui docet et redocet Bacchus ut ipse nocet.
Weinig nieuws biedt hier de verdere uitleg van Pentheus' vermoording. Wij eindigen met de twee versregels: Penthea morosum damnantem vina peremit
Rapta parens furiis ebria turba domus.
|
|