niet kunt weten, moet François hem eens goed onderzoeken. Kleed u uit van onder tot boven, sta op uw teenen, laat uw tong zien enzoovoort. François zoekt, maar François vindt niets. Ge zijt zoo sterk als ijzer, ge zijt zoo gezond als ne visch in 't water. En toch heb ik iets. En dat heeft hij als kleine jongen ook gehad, een mécontentement, contrarie zijn, triestig, weg willen, allee, hij kan niet zeggen wat het eigenlijk is. Vóór het raam zijn de boeren wijd en zijd aan het oogsten. Priestman wijst naar dat werk. Dat is het, Tor. Schiet een oude broek en holleblokken aan en ga mee doen. Weet ge hoe ik den ouden boer Van Tricht uw ziekte eens hooren noemen heb? Een van zijn zonen werd neurastheniek. Hij heeft de ijlklooterij, zei Van Tricht.
Ne politiecommissaris kan den oogst niet helpen binnenhalen, maar als hij centen heeft kan hij reizen. Tor krijgt drie maanden ziekverlof. Als Vera nu maar mee wil, die huisrat. De Priestmans bestoken de dikke, rustige Muyzen. Het is een schande dat een van de tien eerste chauffeurs van België nog altijd niet verder geweest is dan Parijs? Ge spreekt zoo dikwijls van Italië, rijdt er per auto naartoe! Ge zult eens moe worden en uw vrouw de wereld laten zien. Twee kunstenaars, schatrijk, zonder kinderen en dat heeft Italië nog niet gezien, gaat daar eens mee op.
Tor en Vera moeten François en Reine gelijk geven. Zij hebben altijd geld te veel gehad, hebben er altijd maar laten bij komen en in Gods naam, voor wie?