neen. Daarvoor zou hij academie moeten gedaan hebben. Goed dan, Tor zal copieeren. Van kleinsaf heeft hij landschappen gedroomd, eigen scheppingen, daaraan verzaakt hij zonder een zucht, hij copieert. Duitsche reproducties, Seemann, Christliche Kunst. De beste is een Madonna van Murillo, een meter zeventig hoog en niet slecht. De kruisafdoening van Rubens lukt niet. Dat is nogal moeilijk. Maar de Christus van Peter Cornelius is heel goed. Als ge er te lang naar kijkt, ziet hij een tiksken scheel, maar ge ziet het toch bijna niet. In de gang van de verandah schildert hij lisschen, reigers en waterlelies. Ze verkoopen daar in de verfwinkels schoone modellen voor.
Voorts zaagt Tor nogal figuurkens uit voor pijpenrekken en dagbladhouders. Hij beplakt bloempotten met kleurige porceleinscherven, zoo passeert de tijd ook. Hij rijdt meer uit met Vera en de Priestmans, of haalt schoonvader en Rosalie. Die blinken van contentement. Als een jonge vrouw nen ouwe achternaloopt is 't niet per se om hem den hoek om te helpen. Te contrarie, zij heeft hem de schroeven aangezet omdat hij niet vooruit wilde, maar zoo gauw hij van goeden wil was, zij nog meer. Serieus, zegt Susken, ik ben nen andere mensch geworden. Hij slaat Rosalie vriendelijk gelijk de voermannen hun paard, in den nek. We zullen eens ieverans goed gaan eten.
En dan heeft Tor ook meer werk in het gemeentehuis. Hij vervangt daar dikwijls Benoit den commissaris. Eigenaardig geval. Ge kent die hagediskens van de kultuurfilms, die zoo lang zoo stil zitten dat ge u afvraagt, leven ze nu of niet? Zoo wordt Benoit. Ziekte, pretentie, kindsch worden, we weten het zelf niet. De nieuwe secretaris, ne