heeft ze dat schoon kunnen vinden, het is papachtig, belachelijk, dweperig.
Ik houd dus van niemand. Ze wordt moedeloos. De villa verveelt haar. Uit mismoed laat ze zich aflikken door Michelleken, in zijn bureel in het gemeentehuis, op geen zes meter afstands zit Tor in de gang te lezen, wachtend op een bevel.
Tor zit te lezen ‘Mathilde’ door Jacques Perk, een van de boeken volgens Theo onmisbaar en die hij van Mieke heeft moeten bestellen, allemaal ineens, een groot pak, veel geld, Gezelle, Vondel, ‘Verzen’ van Willem Kloos, ‘Persephone’ van Verwey, ‘De kleine Johannes’ van Van Eeden, ‘Eenzame bloemen’ van Hélène Swarth, ‘Mei’ van Gorter, ‘Eline Vere’ van Coupurus, ‘Proza’ van Van Looy. Zij heeft alles trotsch betaald. Als ge dat noodig hebt voor uw studies, op geen kosten zien.
Het is geen verloren geld. Tor ondervindt wat hooge kunst doet. Gelijk Jacques Perk zal hij een bundel sonnetten wijden aan de Kunstenares die hem heeft gezoend. Eén blik van Beatrijs en Dante schreef de ‘Goddelijke Komedie’. Een dame in 't hotel en Perk schreef ‘Mathilde’. Hoeveel meer redenen heeft Tor die kussen kreeg.
Hij ontwerpt den cyclus zooals Michelleken met hem de cantate. Wat kunnen wij over burgemeester Celis zeggen, ten eerste als burgemeester, ten tweede als geneesheer, ten derde als Belg? Hij verdient den dank van de gemeente. De gemeente, dat zijn ten eerste de mannen, ten tweede de vrouwen, ten derde de kinderen. Wat kan Tor over Vera zeggen? Ten eerste als een kind heeft zij hem gekust, ten tweede als een sprookjesfee hem gelukkig gemaakt, ten derde