kermt ze. Eric en Martha spreken over vlaamsche beweging, maar doorgaans zoekt hij een voorwendsel om haar op zijn kamer te krijgen. Dat dulden de tantes wel, maar de oudste houdt er toch aan Mijnheer te verwittigen. Zij hebben natuurlijk volle vertrouwen in hem, want het is nooit gebeurd dat een jufvrouw in hun huis bij een student op de kamer kwam, neen mijnheer Eric, nooit, en nu laten ze het toe voor Martha en waarom Mijnheer? Ze zal hem zeggen Mijnheer, luister, de papa van Martha... Maar Eric wist alles, en ze konden volkomen gerust zijn. Maar er gaat geen dag voorbij zonder kus, geen week zonder den doodelijken. Dan is zij ongerust, hij gerust. Kiemt nu, bacillen! Hij graast met zijn lippen op het boek dat zij gelezen heeft.
Allengerhand wordt hij kalmer en zij dankt het aan haren invloed. Elken dag offert zij haar leven op en het wordt elken dag een zwaarder offer. Zij begint zich in te beelden dat zij beter wordt, zij zou zoo graag gezond willen worden voor hem, zegt zij. Dan weer beklaagt zij hem omdat hij zoo weinig aan haar heeft, misschien word ik toch nog gezond. Zij geeft zelf het antwoord