loonen en om maar te kunnen gebieden, wierf hij altijd meer knechten aan, die natuurlijk niets te doen hadden. Hij kreeg het zoo hoog in zijn ster, dat hij, boer, weigerde vier vorsten te ontvangen, vorsten is wat veel gezegd, koninkjes. Zoo van die koninkjes van herdersstammen. Ja, die kwamen hier wat jagen, zegt men. Om zich te wreken, hebben zij al zijn ongetrouwde knechten verleid met nog hooger loonen, deze zijn meegegaan als soldeniers. Dat is niet alles. Van koning Herodes verkregen ze, natuurlijk zonder moeite, dat zijn belastingen vervijfdubbeld werden. Hij moest het opgeven, de zot, verkocht alles, verhuisde met twintig hooggeladen wagens naar Jeruzalem en toen die voor het huis stonden, dat hij aangewezen had, was hij er niet, hij had zich onderweg aan een boom verhangen. Als God straft, mijnheer, straft hij door.
De man, die hoeve en domeinen gekocht had, was natuurlijk geen boer. Waar ter wereld woont de boer, die tweeduizend hectaren met bijbehoorende gebouwen en vee kan koopen? Het was een speculant in gronden. Binnen de tien jaren had hij meer dan het dubbele van zijn koopprijs terug, want hij deed niets dan verkoopen. Deze hoeve met 50 hectaren hield hij over, maar spoedig verkocht hij die ook. De nieuwe eigenaar was een heer, die zich in het hoofd