aan God te smeeken om nog wat uitstel, nog een klein beetje langer het geluk van zijn goedheid te laten duren. ‘Laat ons ook een noveen doen,’ zeide zij. Hij ging er met ijver op in. ‘Ja, zeide hij, ja Adelaïde, en ik beloof 1000 frs. aan de missies en een beeweg te voet gansch alleen naar Scherpenheuvel.’ Toen begon zij hevig te snikken en hij troostte haar. Och als zij maar eens een maand veel rustte, veel wandelde. En vooral van dat fleschje verwachtte hij veel. Het was danig versterkend. Er stond bij: volwassen personen mogen in plaats van een koffielepeltje ook een soeplepel nemen maar alleen op raad van den dokter. Zie je, zoo straf is dat.
Dus ging Adelaïde maar veel wandelen. Als zij papa tegen kwam, die haast nooit meer van de straat was, sprak zij hem aan om mee te gaan naar het kapelleken. Maar hij wilde nooit. ‘Ha, zeide hij, daar is ze weer de danseres’ en hij maakte een kruisteeken op borst en buik. Of hij meeging een beevaart doen? ‘Met u, vroeg hij, nooit! Mij ouden man past het niet, maar het kost 1,75 fr. Daar veertig procent van af. Reken het zelf maar uit.’ Zij trof hem wel eens toe-