Vriendenzangen tot gezellige vreugd
(1801)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
[pagina *35]
| |
De bron des geluks.Geen heil is my beschoren! Waarom wierd ik geboren, Hy die 't leven mint
is, dwaas. Hy die 't leven mint is dwaas. My is het tot een last tot een last He-
laas!
He - laas! Helaas!
| |
[pagina 87]
| |
Helaas!... waar zal ik vrinden,
Waar ooit genoegen vinden!
't Is hier alles dof en droef!
't Is al vergeefsch wat ik beproef!
Echo: Beproef! beproef!
Beproef?... wat zal 't meer baaten
Bij menschen, die 'k moet baaten?
Wat blaast gij me, ô Echo! in?
't Is de eenzaamheid slechts, die 'k bemin.
Echo: Bemin! bemin!
Bemin?... kan ik beminnen?
Mijn afkeer ooit verwinnen?
't Is, of mij de vreugd ontvlied,
Terwijl een ander haar geniet.
Echo: Geniet! geniet!
| |
[pagina 88]
| |
Geniet?... zal ik naa deezen
Daar voor nog vatbaar weezen?
Baat de schijn voor mijn gekwel,
Schoon ik mij vrolijk voordoe, wel?
Echo: Doe wel! doe wel!
Doe wel!... ja, 'k zal verwinnen,
Genieten en beminnen!
Wéldoen lenigt wrok en druk:
Gij leert me, ô Echo! het geluk!
Echo: Geluk! geluk!
|
|