Vriendenzangen tot gezellige vreugd(1801)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *37] [p. *37] De reiziger. Hoe menig Rijke heeft met pracht, Een reis door gansch Euroop vol- bragt, En kreeg van uur tot uure; Een ander zesspan tot Relais, sliep in zijn post koets of zyn chais, Bij 't schoone der Natuure, bij 't schoone der Natuure, Het eenig voorwerp van zijn lof Zijn groote ste-den prachtig Hof. Landgoed'ren en Paleizen: Voorts bleef van d'aanvang tot aan't end, Hem 't gansche Land- schap onbekend; En dat heet ook al reizen en dat heet ook al reizen [pagina 89] [p. 89] De reiziger. Air: Von Rechenmeister Amor. Hoe menig Rijke heeft, met pracht, Een reis door gansch Euroop' volbracht En kreeg, van uur tot uure, Een ander zes-span tot relais; Sliep in zijn post-koets of zijn Chais, Bij 't schoone der natuure! [pagina 90] [p. 90] Het eenig voorwerp van zijn lof Zijn groote steden, prachtig Hof, Landgoed'ren en Paleizen; Voorts bleef, van d'aanvang tot aan 't end, Hem 't gansche Landschap onbekend; En dat heet ook al reizen! Hij zag in al de groote steên Slechts Automaten om zich heen En Dames, mild in gratie; Bij and'ren stond zijn geest niet stil; Dus zag hij geen het minst verschil Bij de eene of de and're Natie. [pagina 91] [p. 91] Van Bal's Spectakels weet hij wel; Hij kent het Creps- en Faro-spel, Daar kon hij in brilleeren; Maar, wagende al zijn munt en kruis. Kwam hij geruïneerd weêr t'huis; En dat heet voyageeren! Vorige Volgende