Democritische Tafelliedjes(1822)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Kunsten en wetenschappen. Wijze: Je ne suis qu'une Bergère. Zingt den lof der schoone Kunsten, Zingt den lof der Wetenschap, Wijdt een teug aan hare gunsten, Uit den Hippocreenschen nap. Kennis moog' de vreugd ons leeren, Zij behoedt voor mom en schijn; Wie haar' invloed voelt vermeêren, Kan, in ramp zelfs, vrolijk zijn. [pagina 17] [p. 17] Stroome, in liefelijke zangen, Vreugd-genot van onze lier; Dat de Wijsheid onze gangen Lagchend door haar' tempel stier'; Dat, in onverflaauwbre verven, Schilderkunst ons 't schoone maal'; Wijsbegeerte menigwerven Ons op levenslust onthaal'! 't Beeld der deugd sta voor onze oogen, Als gebeiteld in arduin; Haar vervrolijkend vermogen Vlecht' het veil om onze kruin: Zij schenkt aan de kunst haar waarde, Want het is zoo waar als wis, Dat de grootste Kunst op aarde 't Deugdzaam vrolijk wezen is. [pagina 18] [p. 18] Gloeg' voor Wetenschap en Kunsten 't Vuur dan in ons aller borst; Loov' Minerva's, Febus gunsten Ieder, wie naar wijsheid dorst: Maar wat kennis we ook vergâren, Of 't ons veel of weinig kost', 't Worde, o Democrietsche scharen! In de vreugd steeds opgelost! Vorige Volgende