Democritische Tafelliedjes(1822)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Ons smakelijk eten. Wijze: Mon systéme est d'aimer le bon vin. Vrolijk en tevreden met ons lot, Geeft ons kracht, gezondheid en vermogen. Om uit éénen wel bereiden pot, Hoe gering, te spijzen met genot. Die zijn maag met honderde van spijzen Opvult en gestaâg is op den tril, Hij verdient den naam niet van een' wijzen, Die lang leven en genieten wil. Vrolijk, enz. [pagina 5] [p. 5] Hij, die op den duur wil smaaklijk eten; Moet, voldaan ook met een klein gewin, Bij zijn gade en kroost ten disch gezeten, Eenvoud leeren aan zijn heel gezin. Vrolijk, enz. Dit maakt bij den bakker en den slager 't Rekeningetje wel eens wat vet, Maar bij doctor en aptheker mager, En dat's 't ware der gezondheidswet. Vrolijk, enz. Maandlijks eens te gast bij goede vrinden, Waar gezelligheid en ware vreugd Aan den disch bestendig zijn te vinden, Is hetgeen ons hart altoos verheugt; En ons, weltevreden met ons lot, Krachten geeft, gezondheid en vermogen, Om meer, dan uit éénen enklen pot, Lekkertjes te spijzen met genot. [pagina 6] [p. 6] Kom! een gulle teug, op 't smaaklijk eten; Uit een helder ingeschonken glas, Na de soep vooral nooit te vergeten; Dan herhalen wij nog lang van pas: Vrolijk en tevreden met ons lot, Geeft ons kracht, gezondheid en vermogen, Om uit éénen wel bereiden pot, Hoe gering, te spijzen met genot. Vorige Volgende