Piendang
Het verhaal ‘Piendang’ dat in het vierde nummer van ‘Oriëntatie’ Jan. 1948 verscheen is te beschouwen als de uitwerking van een kort gelijknamig schetsje uit ‘De Indische Courant’ van 13 Januari 1936. Het werd wel aan ‘De Fakkel’ gestuurd, maar kon niet meer worden opgenomen. Het handschrift was na de oorlog zelfs een tijdlang zoek, doch ik vond het later terug.
Wat mijn verhaaltje van heden betreft: ‘Harry’ heet in werkelijkheid Monteiro, maar hij bestaat, precies, zooals ik hem beschrijf. Hij is weer in de suiker herplaatst, gelukkig. De Opelette ging kapot en kon niet worden vernieuwd. Hij verdiende maar in schijn; in werkelijkheid verdiende hij niets, of verloor. Je ziet dan ook geen Indo-Europeanen achter het stuur meer zitten. Ze kunnen er niet van bestaan, juist door de slijtage en ook door de strenge bepalingen van keuring enz. En U moet het ‘stamslot’ van Harry zien. De oude man is verleden jaar gestorven. De genealogie is een warwinkel, waar zij zelf geen weg in kunnen vinden. Maar Harry is daartusschen een kerel van stavast. Ik houd van hem en Itih ook.
Ik vertel van Harry Monteiro om te laten zien, wat een leven zoo'n jongen heeft in Indië. Ik vertel ook van mezelf om te laten zien, wat mijn leven is, al vertel ik het ergste niet. Meer kan ik niet doen. Na 25 of 26 jaar in Indië, in intellectueel opzicht bijna altijd alleen en aan mezelf overgelaten, kan ik alleen nog maar schrijven, wat ik heb gezien. Er is enorm veel, waarnaar ik niet heb gekeken of geluisterd. Ik kijk nooit opzettelijk naar het Indische leven. Het moet me worden opgedrongen, anders zie ik het niet. Het Europeesche leven in Indië ken ik eigenlijk niet. Ik heb me er niet in bewogen, althans zoo weinig als mij maar mogelijk was. Als Daum vertelt van de visites en de whisten hombre-partijtjes in de voorgalerij, van het blaadjes-omslaan bij de piano als Betsy in ‘Goena-Goena’ zoo mooi speelt, dan vind ik het niet eens mooi, want ik houd niet van die soort menschen. Ze zijn er nog. Ik heb nog Indische meisjes gekend, die piano konden spelen, maar ook anders niets konden.
U bent het meest getroffen door de dankbare onderwerpen van