Mijn vrouw werd opgenomen in het ziekenhuis wegens haar bekende galblaas ‘bezwaren’. Het is een ontsteking aan de galblaas, die telkens terugkomt. Nu zij daar eenige dagen ligt, zijn de pijnen minder, door de rust en het dieet. De dokter zegt, dat zij geopereerd moet worden, maar dat zij daartoe zelf het initiatief moet nemen, welk initiatief zij niet zal nemen, zoolang de pijn er haar niet toe prest. Dus zegt de dokter, dat zij dan ook wel thuis dieet kan houden en rust nemen (!). Ik ga haar dus straks halen. Zij is niet ziek, ziet er goed uit, maar toch... in orde is het niet natuurlijk. Ze was eerst enkele dagen heel kribbig, maar ik begreep de oorzaak niet. Toen, op een avond, hoorde ik haar steunen en zuchten. Toen wist ik, waarom ze zoo kribbig was geweest. Den volgenden morgen ging zij gewillig met me naar het ziekenhuis, en nu komt ze weer thuis, nadat het me weer een aardig bedrag heeft gekost uiteraard. En de pijnen zullen wel weer terugkomen!
Ik heb je art. gelezen, kan me er natuurlijk geheel mee vereenigen. Is het voor De Fakkel? Dan hoop, ik dat de noot ook geplaatst wordt.
Merkwaardig, dat je van Donderdag tot Zondagmiddag bij Beb bent en dan Anna niet ziet I Anna had geen weekend vrij weliswaar, maar ze wist van je komst af, Beb had het haar zelf gezegd, en ook ik had het haar geschreven. Ik had gehoopt van jou ‘een impressie’ van Anna te lezen, maar dat is dan een misrekening geweest. Je bent toch niet van haar vandaan gehouden, zooals ik Beb van Misset vandaan hield? Anna is jong en lief, en dat is in de vrouwenwereld niet in iemands voordeel. Bovendien is ze ook humoristisch, vooral in haar brieven, waaruit je groote gedeelten zou nadrukken, wat ik misschien nog eens zal doen. Ze schrijft, dat Beb niet veel tegen haar zegt, als ze in het gesticht komt, maar haar ‘onderzoekend aankijkt’. De wilde, groene manier van converseeren van Beb, als zij in het gesticht koffie komt drinken, mag de aanwezigen doen lachen, zoolang zij er bij is, het blijft de vraag, wat er naderhand wordt gepreveld. - Dat is het juist, wat mij zoo speet, n.l. dat Beb het ding van De Wolf niet langs zich heen heeft laten gaan, maar er geloof aan heeft geslagen, hetgeen blijkt uit een brief, dien