Brieven aan familie en vrienden 1919-1941

49.

Brief 11 augustus 1939 aan J.G. Schamhardt-Walraven.

Blimbing, 11 Augustus 1939

Beste Zus en Wijnand,

Van een notaris P.T. van den Berg in Goedereede ontving ik vandaag een briefje met ingesloten blanco volmacht, door mij te teekenen, omdat hij die noodig had voor de doorhaling der hypothecaire inschrijving inzake een aan moeder afbetaalde hypotheek ten laste van J. Hoogmoed te Goedereede. Ik sluit hierbij het geteekende zegeltje in en zou graag willen, dat jullie het doorsturen aan den notaris. Ik vind het gek, dat ik, die wat al deze zaken betreft volkomen in het duister tast, volmachten voor onbekende notarissen moet teekenen over nog onbekender hypotheken. In elk geval is het beter, dat ik het, zooals de zaken nu staan, niet buiten jullie om doe. Een copie van mijn briefje aan den notaris sluit ik hierbij.

[p. 468]

Zus, ik heb vergeten je in mijn vorigen brief te feliciteeren met je 47sten verjaardag, maar dat doe ik dan nu nog. Ik heb er elk jaar aan gedacht hoor. Onze Anna gaat goed vooruit en mag opzitten in bed. De volgende week mag ze buiten liggen en wat loopen. Verder geen nieuws op het oogenblik, behalve dat ik, door al die ziektes, een barre hoop rekeningen heb te betalen. Het hoofd werkt op uiterste capaciteit!

De groeten van allemaal hier en van mij, je toegenegen broer,

W. Walraven.

Al wat gehoord van Fransje over zijn avonturen in Batavia?

Blimbing (bij Malang), Java, 11 Augustus 1939

Den Heer P.T. van den Berg,

Notaris,

Goedereede

Weledele Heer,

Uw briefje dd. 4 dezer met ingesloten volmacht, door mij te teekenen, ontving ik zooeven. Ik teeken deze volmacht en zend haar op aan mijn zuster, mevrouw J.G. Schamhardt-Walraven, Van der Mondestraat 49bis te Utrecht, die het stuk dan weder aan U zal doen toekomen. Ik moet deze gedragslijn volgen, omdat de geheele zaak van de nalatenschap mijns vaders, en dus ook van deze hypotheek, mij onbekend is gebleven. Men heeft opzettelijk ervoor gezorgd, dat ik niet op de hoogte was, en van die onwetendheid heeft men dan ook misbruik gemaakt, zooals mij het laatste jaar is gebleken, nadat mijn zuster mij eindelijk had ingelicht. Ik acht het dus beter niets te doen in deze dingen zonder haar medeweten.

Hoogachtend,