| |
19.
Brief 4 september 1938 aan F. Schamhardt. Hier is de eerste brief die ikzelf van hem kreeg. Het origineel is bevlekt door smeerolie, want hij werd mij aangereikt in de haven van Priok, toen ik werkte in een ruim. Ik weet nog goed dat ik de boel de boel liet en aan dek, vlak onder het bezige kraantje, de brief ging legen. Naar de zin van de Tweede Stuurman duurde dat te lang, en ik moest hem halfgelegen weer dichtvouwen.
Moet ik nog zeggen dat van de week verlof in Oost-Java nooit iets gekomen is? Zulk een verlof was soms weggelegd voor een onafhankelijk personage als de scheepsdokter, maar zeker niet voor een stuurman of stuurmansleerling.
Blimbing (bij Malang), 4 September 1938
Beste Fransje,
Je brief van Tjilatjap was hier op den 2den, maar ik kon je niet dadelijk antwoorden, omdat mijn machine in reparatie was, en zonder machine kan ik niet schrijven. De tijd van de mooie, met de pen geschreven brieven, waarover je moeder het nog wel eens heeft, is lang voorbij, hoofdzakelijk door zenuwen en daarmee gepaard gaande kortaangebondenheid, denk ik. Dus krijg je van mij nooit anders dan getypte brieven, die overigens naar ik hoop toch nog vol- | |
| |
doende persoonlijk cachet zullen dragen, zoodat je mij er uit zult herkennen!
Als ik het allemaal nog eens overdenk, dan is mijn voornaamste indruk, dat het bezoek veel te kort heeft geduurd. Jij zelf zult dat ook wel zoo voelen. Het was een fout niet tevoren te waarschuwen, en ook daarover zit ik nu soms te denken. Je kwam aan zonder bagage, zonder nachtgoed, dus scheen je te denken, dat je hier de deur zou worden uitgesmeten en met den volgenden trein weer kon vertrekken! Dat kwam eenigszins anders uit, en bij goed nadenken had je toch ook niet anders kunnen verwachten, wat? Jij bent in 23 jaar het eerste familielid, dat ik zie verschijnen, dus kun je nagaan, wat het voor mij beteekent, vooral nu je bent, zooals je bent, een aardige, frissche jongen met een goed verstand, waarmee ik kan praten als met een gelijke. Inderdaad, de oom-en-neef-allures zijn tusschen ons bijzaak. Ik heb me geen oogenblik met jou gevoeld, zooals de traditioneele ‘oom’, the good old uncle, half Sinterklaas, half Zwarte Piet. Je was voor mij een goede vriend, net of ik je al jaren kende, en ik heb mezelf dan ook geen reserves opgelegd in onze gesprekken, want dat leek me niet noodig. Je hebt overigens wel gemerkt, dat ook jegens anderen gereserveerdheid niet mijn gewoonte is, behalve wanneer mijn kennis van den mensch mij zulks geraden doet achten. Dan kan ik zeer gereserveerd zijn!
Ik zal je dus deze reis niet meer zien, maar op elke brief zal ik je trouw antwoorden, hetzij lang of kort. Maar al dadelijk wil ik een afspraak met je maken voor den volgenden keer, dat je in Indië komt. Zoodra vaststaat, dat je komt, schrijf je mij met welk schip dat zal zijn, en ook den naam van den 1sten officier en van den gezagvoerder en verdere bizonderheden omtrent vertrek en aankomst, voorzoover je die weet. Alsdan kan ik hier maatregelen nemen om eenig verlof voor je te krijgen, zoodat je langer bij ons kunt zijn en wij meer kunnen praten. Dat verlof zal ik denkelijk het beste kunnen vragen, hetzij aan het agentschap van de ‘Nederland’ te Batavia of Soerabaia, maar wellicht nog beter aan den 1sten officier onder wien je werkt. Want die zal wel niet houden van inmenging van ‘officieele instanties’,
| |
| |
en een persoonlijk woord richt meestal veel meer uit. Ik moet het verzoek motiveeren, zoodat de redelijkheid en de menschelijke zijde ervan duidelijk uitkomt, en dan geloof ik niet, dat zij mij zullen weigeren jou vrij te laten b.v. voor den tijd, dat het schip in den Oosthoek van Java verblijft. Dus de volgende reis hou je met dit alles rekening en stel je mij zoo vlug en volledig mogelijk op de hoogte, zoodat ik kan doen wat noodig is. Want het is te gek, dat wij elkaar ten slotte niet langer dan twee dagen hebben kunnen zien. Dat zal iedereen wel te gek vinden, zelfs de goden van de ‘Nederland’.
Schrijf mij ook eens den juisten naam en voorletters van den 1sten off., die mij dien morgen mijn verzoek toestond, want ik wil hem nog beleefd bedanken voor zijn vriendelijkheid. Bovendien kan ik hem wel weer eens noodig hebben, en verder kun jij er ook wel voordeel van hebben, als we hem een héél klein beetje stroop om zijn mond smeren. (Laat dit aan niemand zien!).
Het spreekt vanzelf, dat wij nog lang niet zijn uitgepraat, en dat er nog veel dingen zijn, die ik je nog niet heb kunnen vertellen. Maar die tijd zal ook wel komen. Men moet dat niet forceeren, want dan word je als toehoorder overstelpt met indrukken, die je niet kunt verwerken. Mijn leven is langs vreemde en soms avontuurlijke banen gegaan, maar als je het goed beschouwt is er ook een heele boel rust en studie in geweest, veel meer dan ze in Holland wel hebben beseft of geweten. Ik heb me trouwens nooit beijverd om de meening van Holland te vragen, maar zooveel mogelijk mijn eigen boontjes gedopt vanaf het oogenblik dat ik het kon en ook moest. Moeilijke tijden en armoe heb ik gehad; ook heb ik fouten gemaakt. Maar het eindresultaat is, dat ik niet ben te gronde gegaan, en dat ik nooit van den steun heb moeten leven. Ik ben verre van rijk, maar ik verdien altijd genoeg om van te leven. En dat leven richten wij zoo goed mogelijk in, naar onzen smaak. Ik zou natuurlijk behooren te wonen op Soerabaia, maar het is koeler en aangenamer op Malang voor tante Iti en de kinders. Dus draagt vader de hitte wel alleen, voor zoover noodig, ook al heeft hij veel dagen, waarop hij rustig thuis kan blijven en het
| |
| |
noodige werk kan verrichten in het paviljoenkamertje, waar jij hebt geslapen. Dat weten ze bij de krant ook, en ze laten mij vrij en zijn goed voor me.
Misschien heb je den indruk gekregen, dat ik geenszins een ongelukkig man genoemd kan worden. Mijn vrouw is mijn vrouw, maar zij is nog altijd mijn minnares tevens. (Er is een groot verschil tusschen een vrouw en een minnares!) Ze is in staat om de gekste en romantiekste dingen te doen. Om midden op den dag met me aan den wandel te gaan, en 's avonds pas thuis te komen. Naar Wendit b.v., of naar dergelijke romantische plekjes. En misschien ben ik nog erger dan zij, te oordeelen naar de vele keeren, dat zij over mij haar achtbaar hoofd schudt en me voor gek of half gek verklaart. En misschien heb je ook den indruk gekregen, dat je enorm welkom bij haar was? Ze zal het gemeste kalf voor je slachten, als je weer komt, maar praatjes zal ze er niet over maken. Ik ben heel blij, dat je haar gezien en gesproken hebt, want de duivel mag weten welke voorstelling ze zich in Holland van haar maakten. Je bent nu in staat eventueele verkeerde concepties recht te zetten en ik ben er zeker van, dat je dat doen zult ook. Aanvaard ook geen praatjes over mij, want ik zal je over mezelf nog wel spreken in de naaste toekomst. Ik ben geen heilige, maar de voornaamste dingen in mijn leven, mijn gezin en mijn werk, heb ik altijd goed verzorgd, zoo goed ik kon. En voor de rest leven wij tamelijk gelukkig en tevreden, en soms ook vroolijk en los, zooals je gezien hebt en ondervonden. Als jij zegt: ‘Je mag hier alles doen’, dan is dat juist. Mijn kinderen hebben altijd alles mogen doen en zijn zeer weinig verboden of geringeloord, met het gevolg, dat je ze ook zeer weinig behoeft te controleeren. Je kunt een flesch met koekjes in de kast bewaren en er hun op gezette tijden een of twee van geven, waarna je de koekjes kan tellen, zooals Potasch en Perlemoer de sigaren telden, nadat zij er een hadden gepresenteerd aan een klant. Maar je kunt ook die flesch niet in de kast zetten, doch haar ergens op een tafel of op het buffet laten staan. Na twee dagen zul je zien, dat die
flesch leeg begint te raken - maar nooit geheel en al leeg! - maar het duurt twee dagen, b.v. Zaterdag en Zondag,
| |
| |
en niemand gaat aan 't schrokken, want niemand is bang, dat hij of zij zijn of haar deel niet zal krijgen. Ook zijn ze niet uitgehongerd (zooals ik als kind bijna altijd was), want ze krijgen geen afgepaste porties, maar ze nemen zooveel als ze lusten. (Meestal vind ik het nog maar zeer bescheiden, wat ze nemen!) Zoo hebben wij hier altijd geleefd, precies andersom als tante Fie c.s. Ik heb altijd getracht de dingen precies andersom te doen als thuis en ik heb me er best bij bevonden. Ik heb nooit in de eerste plaats voor mezelf gezorgd, maar er altijd schik in gehad als ze alles hadden opgegeten en er voor mij niets meer over was. Dat heb ik altijd zeer vermakelijk gevonden, en je ziet de resultaten. Je zult bij ons in huis een sfeer voelen, die rust geeft, eenvoudig omdat tante en de kinderen weten wat zij aan mij hebben. Daarover behoeft geen twijfel te bestaan. En in de eerste plaats hebben zij ‘vrijheid’, want ik hou niet van dictators, die mij eenigszins komisch voorkomen. Persoonlijk ben ik opgegroeid onder dictatuur en ziedaar de reactie: ik ben een verstokte libertijn en democraat, waarde neef!
Natuurlijk heb ik heimwee naar Holland, vooral naar Amsterdam. Maar misschien ook heb ik heimwee naar een Holland en een Amsterdam, die niet meer bestaan. Zoo gaat het velen Indischgasten. Echter niet allemaal! De werkelijke intellectueelen keeren met vreugde terug naar de bron van het Westersche intellect, van de Westersche cultuur, en weten, dat alleen dáár hun leven ligt. Maar de materialisten en de oppervlakkigen keeren terug naar Indië met vreugde, want voor hen levert Indië dingen op, die Europa niet biedt. Het gemak en de ruimte. De afwezigheid van kou en nattigheid. De goedkoope bediening door den altijd klaarstaanden Inlander en Chinees, die ontzaglijk veel voor ons doet voor weinig geld. En als wij vriendelijk tegen hem zijn, doet hij het soms voor niets! O, dit is een materialistisch land, een echt bourgeois-land, vol menschen, die gevaarlijk zijn en voor wie je moet oppassen, maar er zijn hier ook veel goede dingen. Ngo Hiang Kap b.v., of bahmie! En groote flesschen bier! Vindt je ook niet, Fransje?
Er is ook nog iets anders, n.l. de kans om je talenten productief te maken. Als je werkelijk bruikbaar bent, als je
| |
| |
werkelijk een weinigje boven de middelmaat uitsteekt, (en je bent gezond, ook van geest, natuurlijk!) dan heb je hier altijd brood. Ik heb dikwijls om mijzelf moeten lachen als ik bedacht, hoe ik mij soms angstig heb gemaakt over brood! Als ik niet ziek word of gek, heb ik altijd brood in Indië. Dat wordt me gewoon thuisgebracht. Rijk worden doe ik niet, evenmin als oom Jaap. Wij zijn geen vereerders van den gelen goudgod, behalve dat wij hem ‘stukslaan’ en feestvieren van zijn botten. Maar brood, ja, dat zal ik altijd hebben. Er zijn menschen, die meenen, dat dit komt door de speciale bescherming van de Voorzienigheid, waaronder ik sta. Maar dat is niet zoo. Het komt, omdat ik bepaald werk kan doen op een behoorlijke manier, zoodat de menschen zeggen: ‘Dat heeft ie goed gedaan! Dat lapt ie 'm!’ - Ook hou ik er altijd rekening mee, dat de meeste menschen in wezen bang zijn en laf. (Ben ik misschien ook wel, maar ik laat het nooit blijken!) Ik wapen me altijd een beetje tegen hen, want bange en laffe menschen worden soms ineens gevaarlijk. En dan deel ik een lichte mep uit, of ik doe een stap die hun nog meer aan 't schrikken maakt. En verder blijf ik even vriendelijk als voorheen. Het helpt probaat. Ik kan het je aanbevelen. Ook lichte spot is heel goed, want de meesten kunnen je op dat terrein niet volgen. C'est le ridicule qui tue.
Ik ben dien Maandagmiddag in mijn eentje teruggereden in een desolaten toestand en ik ben nog een beetje op Toendjoengan gaan zitten om er over na te denken. Ik geloof, dat het jou ook hard viel om afscheid te nemen van je pas ontdekten oom, en zoo ging het ook mij jegens mijn pas gevonden neef. Het is geen manier, en den volgenden keer zullen wij dat anders moeten inpikken. Maar hoe kort het dan ook was, ook dien morgen op Soerabaia, het was toch wel gezellig, hoor. Overigens was dit nu een staaltje van de normale genoegens, die er voor een mensch in Indië zijn te smaken. Het blijft altijd bij een beetje rijden, hier en daar wat zitten, koele dranken en een lekker hapje, veel gepraat natuurlijk, specifiek Indische humor (waarbij vriend Kromo gewoonlijk een kleine rol speelt) en verder valt er in Indië heusch niet veel te beleven, tenzij je in eigen gemoed ver- | |
| |
maak en verstrooiing vindt, hetgeen mij altijd nogal tamelijk is gelukt. Ik heb geleerd aandachtig naar Indië te kijken, omdat ik er over moet schrijven. Dus vind ik in Indië soms dingen, die weinigen opmerken. Maar overigens, als je er al 23 jaar bent, en je wordt daarbij ouder, zoodat je je leven ziet verglijden, och, dan kan Indië je soms ook tamelijk de keel gaan uithangen, qua land om in te wonen, en zou je wel eens wat anders willen zien. Ook over een ander land zou ik ten slotte kunnen schrijven, nietwaar?
Deze dagen zijn hier feestdagen, maar het draagt alles een officieel tintje. Het is een feest van scholen, militairen ter parade, en ambtenaren in rok op een tribune. Je wordt er al warm van, als je het uit de verte ziet. In de krant is geen plaats voor een armen medewerker, zooals ik, behalve als ik warm loop voor dat feest en daarover losbreek in proza. Maar al die feesten lijken in Indië op elkaar, alleen de menschen zijn telkens anders in deze vlottende samenleving. Wij kennen elkander niet, en toch kennen wij elkander allemaal, oppervlakkig namelijk. Kinderoptochten en kinderaubades moeten kort duren, want anders worden de kinderen te moe. Ik zie het meestal zoo te regelen, dat de mijne er buiten blijven, in plaats van twee of meer uren op het erf van den resident in de zon te staan zingen of een marsch te maken over het tropische asfalt. Daar is het hier geen land voor en het gebeurt dan ook alleen, omdat de een het niet durft te laten voor den ander. Afbeulerij van weerlooze schapen. Alleen sterrrke mannen zooals jij en ik kunnen dat verdragen (met gebruikmaking van taxi's!).
Als je Indische kleeren wil laten maken, dan zou ik je toch aanraden ze in Indië te bestellen, en niet in Holland. Ik heb een brief geschreven aan je vader en moeder, en ook daarover een balletje opgegooid. Heb je pyjama's? Twee of drie heb je er minstens noodig, ook als je eens bij ons komt logeeren. Ook sloffen, geen pantoffels. Sloffen kun je ook veel beter hier koopen, of nog beter: laten aanmeten bij een Chinees. Platte hakken en gekruiste riemen. Rubber onder de hakken, voor 't slippen in de badkamer op de tegels en zoo. Weet je nu hoe je in Indië baden moet? Sirammen? - Hier bij ons is alles wel. Anna is naar haar zuster, die je
| |
| |
niet hebt gezien, want ook daarvoor was geen tijd. Ik ben al grootpa, moet je weten! Je hebt het dezen keer nogal getroffen met de warmte. Den volgenden keer zal het wel anders zijn, maar dan valt er ook meer regen. Pas op jezelf als je uitgaat en pas vooral op voor de meiden, my boy! Je gaat natuurlijk met kameraden op stap, en dat moet en dat kan niet anders. De verleiding zal tot je komen, maar denk aan mij en wat ik je gezegd heb: er zijn groote gevaren in den Oost en vooral in de havenplaatsen. En dat geldt ook voor Europa. Ik heb er de vreeselijkste gevolgen van gezien, afgezien nog van andere dingen zooals verslapping in het werd e.d.g. Beheersch je zooveel mogelijk, maar maak overigens plezier als je een kans wordt geboden. Dat doe ik ook nog op mijn leeftijd. Overigens heb ik veel vertrouwen in je. Je denkt na, en dat is van groot gewicht.
De adressen heb ik in dank genoteerd, zooals ze in den handel zeggen. Ik zal je zooveel mogelijk schrijven en ik hoop, dat jij het ook doet aan ons, al verg ik niet van je, dat je zoo uitvoerig wordt als ik. Zorg in elk geval, dat ik je zoo'n beetje kan volgen, en als je in Holland bent aangekomen, doe dan de groeten aan allemaal, vooral aan Opoe en Oom Jaap en je vader en moeder. Ik denk, dat je nu toch wel iets minder in het duister zult tasten dan voorheen en dat je me dus nog meer zult kunnen vertellen als je weer op Java komt.
Denk ook aan den naam, die ik je in het begin van dezen brief vroeg en schrijf me die.
Voorloopig de hartelijke groeten van Tante Iti en van mij en van al de andere kinderen. Je brief hebben ze allemaal gelezen en veel belangstelling getoond, maar ze vonden het ook allemaal tekort. Volgenden keer moet dat anders zijn. Nogmaals het beste en goede reis en tot ziens. Je zeer toegenegen
Oom Wim.
|
|