bevattende eenige mededeelingen over de algemeene toestand en ook sommige meer speciale berichten, o.a. van Daantje van Driel en van Neef Hannes, die zijn been gebroken heeft. In een vorig briefje meende ik te lezen, dat vader en moeder aan de Ring wonen, of heb ik me daarin vergist. Hij schreef niet al te duidelijk; ze hadden dat huisje gekocht. Wat is dat voor een villa en hoe komen de menschen er bij, om daar te gaan wonen, in dat clericale deel van het durp bij de stinkende kerkgracht en de lieve schooljeugd en allerlei onbekende grootheden, waarmee we ons vroeger nooit bemoeiden. Maar ‘on revient toujours à ses premiers amours’, en misschien dat vader en moeder, die daar in hun jonge jaren veel verkeerd hebben, nog wat voelen voor dat stadsdeel. Ik ben blij, dat ik er niet behoef te wonen. Als ik voor den ingang van mijn hutje zit, dan zie ik ten minste rijstvelden en bergen en deftige Javanen, die in dat kader passen, maar als ik zou moeten staren op het smoel van Sander Tamboer of van Pieter Jacobus dan raakte ik aan den drank verslaafd.
Hoe gaat het nu met jullie en met het kleine nichtje. Ze is toch zeker weer een heele boel grooter geworden en nu het Juni is, zal ze wel veel buiten spelen, b.v. op de bleek in de waschtobbe, zooals wij deden. Als je er aan denkt, dat dat kind nu haar jeugd doorleeft in hetzelfde huis, waarin wij allemaal zijn groot geworden en dat er misschien nog een boel dingen zijn, waar ze nu naar kijkt, die wij ook al zagen, toen we kinderen waren, b.v. op zolder en in de winkel de blauwe tegeltjes onderaan de muur en den tras, zoo'n verschrikkelijk gat in de oogen van een kind, dan komt er toch een raar gevoel van binnen en zou ik wel even daar willen zijn om eens te kijken. Ik ben toch altijd blij, dat jij daar in het ouwe huis woont. Het is iets als een sterkte, maar dat voel je pas, als je weet wat het is over de wereld te moeten zwalken zonder tehuis.
Ik wou je nog vragen of je, als het in den tijd is, mij niet een kistje goede kookerwten zou kunnen sturen. Dat is nu iets wat ik graag zou willen hebben. Ik herinner me, dat moeder of vader vroeger erwten kochten, na vooraf gevraagd te hebben of ze gaar wilden worden en als de ver-