Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1797
(1997)–Jozef van Walleghem– Auteursrechtelijk beschermd[Juni](1 junij 1797)Op den 1 junij saeg men op d'aensichten van alle welpeijsende inwoonders deser stadt eene blijdtschap die maer van zeer korten deur was. Desen morgen waeren aen alle de parochiale kercken deser stadt placaeten geaffixeert, behelsende de pligtigheijd van het gebed van 40 uren dat geduerende de drij Sixendaegen gewonelijk jaerelijks in de parochiale kercke van St.-Salvators gepleegt wordt. Behelsende dit placaet verders dat op den derden sinxendag de processie langs den gewonen toer rond de stadt zoude omgedraegen worden. Hieruijt liep seffens het gerugt dat alle de processien op den ouden voet stonden herstelt te worden, maer de vruegt eijndigde seffens, wanneer om 10 uren op bevel van de municipaliteijt de geplakte placaeten door de schaedebeletters afgeschuert wierden. Daernaer heeft men ook vernomen dat zulks alleen bij misslag gebuert is en dat men zonder oplettentheijd de placaeten hadde geplakt die voor de feest voormelt, van over lange jaeren gedrukt zijn, zonder te roijeeren gelijk sedert eenigen geplogen, dat de processie publikelijk zoude omgedraegen worden, zoodat den misslag alleen aen degone der kerk moet toegeschreven worden. CCCXXXV gaset 1 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(2 junij 1797)Op den 2 junij is de volgende waerschouwinge geaffixeert geworden. De vraegen nae bons van retraiteGa naar eind(83) worden daegelijks zoo menigvuldig en groeijen zoodaenig aen dat se genoegsaem zouden zijn om in den bureau der nationale domeijnen, die met des zelfs aflevering gelast is, de expeditie van alle andere affairens op te schorten. De exreliguesen of alle andere gemagtigde worden verwittigt dat in het toekomende den directeur dezelve maer tweemael ter decade meer zal afleveren, te weten telkens den sevensten en negensten dag van thien uren tot 's middags en opdat idereen de formaliteijten zoude kennen, welke hij te vervollen | |||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||
heeft, verwittigt hij dat alle gemagtigde moeten voorsien zijn van: 1o van een procuratie, gepasseert van notaris dewelke gelegaliseert moet zijn door den president van den tribunael civil; 2o van een certificaet van residentie, verleent in forme voorgeschreven door de wet, hetwelk ook attesteert dat den versoeker lid was van zulk of zulk een convent; 3o van een certificaet van leven, alles geenregistreed, hij verwittigt ook dat dese acten niet meer als eenen persoon - fol. 31 - mogen behelsen; 4o de exreligeusen die zouden willen zelve hunne bons komen ontfangen, moeten vergeselschapt zijn door eenen officier municipael. Het huijs van den directeur is in de Witte-Leertouwersstraet B.4.N.65. Hieruijt blijkt genoegsaem dat de gesupprimeerde religeusen van beijde geslagten, welke in hunne suppressie geene bons en hebben willen aenveerden, uijt vreese van hunne consientie te kwetsen, dezelve nu alle aenveerden, tot het koopen en sommeeren der gelijcke goederen op welke zelfs een decreet van Zijne Heijligheijd Pius den VI gegeven is en zulks aen de gesupprimeerde cloosterlingen onder sekere bespreeken toegelaeten wordt. Het hadde te wenschen geweest dat de religeusen hunne bons van retraite bij hunne suppressie hadden aenveert, voorseker hadden zij met dezelve konnen koopen de menige reets verkogte geestelijcke goederen, die nu reets in vremde handen zijn. Dog zulks is nog niet te verre gekomen en men zegt dat meest alle de cloosters door hun zullen gekogt worden om den goddelijcken dienst in de kercken te konnen plegen. Gelijk er reets is blijkende dat de religeusen van de gewesen abdije van 's Hemelsdaele, gesupprimeert als fol., hun clooster gekogt hebbende met hunne bons. Op den 4 junij den eersten Sinxendag in hunne kercke den eersten goddelijcken dienst hebben laeten celebreren met opene kerkdueren ten gerieve en overgroot genoegen van het volk, door desen middel hoopt men nog veele kerken te zullen zien geopent wordenGa naar eind(84). | |||||||||||||||||||
(5 junij 1797)Op den 5 junij waeren alle welpeijsende ingesetene deser stadt ten hoogsten verheugt op 't vernemen dat gisteren in den avond ten thien uren de zekere aengenaeme tijdinge uijt Parijs is aengekomen dat het doen van de declaratie ofte den eedt van trouwe aen de Fransche republike in opschortinge en als niet te moeten gedaen worden gehouden wordt; men is hierover zooveel te meer verheugt, omdat men voorsaeg wat al troubelen zulks ten opsichte van de religie zoude veroorsakt hebbenGa naar eind(85). CCCXXXVI gaset van 5 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(6 junij 1797)Op den 6 junij is binnen de stadt Brugge van Blankenberge ingebragt en in egte van vangenis beweegt geworden een vrouwspersoon, getrouwt sedert ontrent twee jaeren met eenen visscher en hebbende een eenig kint, welk kint best een jaer oudt door de moeder tot drij doodelijcke steken zijn toegebragt, dusdaenig dat dese moeder meijnende dat haer kint doodt was door het overvloedig bloeden voor haere woning is uijtgeloopen en heeft geropen dat haer kint doodt was, de gebueren in huijs gekomen zijnde nebben het kint seffens door alle middelen tragten te salveeren, dog men vreest dat hetzelve aen zijne bekomen wonden zal | |||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||
sterven. Men zegt in 't algemeen dat dese vrouwe haere sinnen verlooren heeft en niet heeft geweten wat zij in haere rasernij dede, want het anders bijnaer onmogelijk zoude zijn dat een eenig kint dus door haere moeder zoud konnen omgebragt worden. Heden zijnde den derden Sinxendag en is vanuijt de parochiale kercke van St.-Salvators, wegens het gebed van 40 uren, geene processie dan alleen rond de kerk omgedregen om welkers bekentmaekinge men hierover als fol. 30 gemelt in 't algemeen zoo verheugt geweest hadde. | |||||||||||||||||||
(7 junij 1797)Op den 7 junij was er in 't midden van den Burg geplant eene staeke en aen dezelve wiert om 9 uren 's morgens tot 3 uren 's middags door den scherpregter gehegt een placaet inhoudende den naem van Marij Garmijn, huijsvrouw van Dominicus Vandenabeele, oudt circa 40 jaeren, t'eijnden dese executie van 12 jaeren tot een correctiehuijs verwesen zijnde om het begaen van eene diefte met braeke tot Kortrijk, vanwaer zij de handen der justitie ontvlugt is, gisteren met het openen van het tribunal crimineel veroordeelt zijnde.
Den tribunal crimineel voortgaende in haere werking heeft op den 8 junij naer een proces van twee daegen vrijgesproken en op vrije voeten gestelt eenen persoon van het conton van Kortrijk, welken betegen was van zijne vrouw in 't water, waerin zij gestorven is, geworpen te hebben, dog geene genoegsaeme prueven zulks klaer konnende bewijsen, is hij in volle vrijheijd ontslaegen geworden. CCCXXXVII gaset van 8 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(7 junij 1797)- fol. 32 - Op den 11 junij zijnde den pligtigen feestdag van de H. Drijvuldigheijd, die voorheen zoo pligtig plagt geviert te worden met het stellen van verscheijde autaeren, het schoon vercieren van huijsen en straeten en omdraegen van eene pligtige processie vanuijt de parochiale kercke van St.-Gillis, is heden wegens de ongeluckige Fransche wetten alles onderbleven en alleen is de processie rond de kerk omgedregen geworden. | |||||||||||||||||||
(12 junij 1797)Op den 12 junij is van 't stadthuijs bij hallegebode een besluijt van de municipaliteijt afgelesen behelsende de vernieuwing van de ordonantie van den 13 april 1791 en behelsende dat niemant binnen dese stadt en paelen van diere mag bedelen of aen de bedelaers aelmoessen geven, tenzij in de gesloten bussen voor de generaelen armen op peene van ses guldens voor den gever en gevangenis voor den bedelaer. Dat alle bedelaers niet geboren of getrouwt binnen dese stadt, met de publicatie deser, daeruijt moeten vertrekken. Dat niemant vremde bedelaers mag huijsvesten zonder daervan inken te doen, op boete van ses guldens. Dat niemant huijsen, kamers, kelders of solders aen vremdelingen mag verhueren, zonder vooraf inken te doen aen den bureau van policie, op pene van 25 guldens en van de kinderen ten hunnen koste te onderhouden, welke diergelijcke vremdelingen zouden konnen agterlaeten, indien zij een last van den disch zouden worden. Dat niemant mag mest raepen binnen de stadt, tenzij met eene schriftelijcke permissie van den dischmeester zijner parochie, die dese aen geene jongelieden zal | |||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||
geven tenzij om besonder redens. Zij moeten dese permissie altijdt bij zig hebbenGa naar eind(86). Daernaer las men eene wet betrekkelijk op de organisatie der centrale schoolGa naar eind(87). Eijndelinge las men een besluijt behelsende dat de borgers gehouden zijn aen de aengestelde lijnwaetmeters den zelven loon te betaelen gelijk voor desen in gebruijk geweest heeftGa naar eind(88). CCCXXXVIII gaset van 12 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(13 junij 1797)Op den 13 junij heeft men in een nieuwsblad, genaemt Den EclairGa naar eind(89), den volgenden artikel vernomen (welke ik hierbij voege om voor 't toekomende te konnen zien in wat onkosten de Fransche de Nederlanden gedompelt hebben), zijnde van den volgenden inhout. Ziet hier eene optelling van hetgene de Nederlanders betaelt hebben voor prijs van hunne vrijheijd sedert de uijttogt der keijserlijcke uijt het land.
Daerbij mag men voegen meer als veerthienhondertduijsent van de alderschoonste boomen in de bosschen gevelt voor rekening van de republick en eijndelinge de insaemeling van de oude en nieuwe contributien, etc. Indien de Nederlanders veel agting hebben voor iets dat veel kost, zij moeten hunne vereening met Vrankrijk zeer hoog agten. Desen artikel is getrokken uijt eene memorie door de Nederlanders aen het Directorie gepresenteert. | |||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||
Heden zijnde den feestdag van den H. Antonius van Padua, welke voorheen zoo pligtig in de kercke van de gewesen paters recoletten geviert wiert is dezelve in de H. Sacramentcappelle van O.L.V. met alle solemniteijt geviert met expositie van het Alderheijligste en beelt van den H. Antonius in den autaer, zijnde de diensten en octave geviert zooals in de recolettekerke plagt gedaen te worden. | |||||||||||||||||||
(15 junij 1797)Op den 15 junij zijnde den pligtigen feestdag van H. sacramentdag, voorheen zoo luijsterlijk geviert zoo door het omdraegen der processie, stellen der autaeren, versieringen, etc., is alles heden onderbleven en de processien zijn alleen in de parochiale kerken rond dezelve omgedraegen geworden, etc. CCCXXXIX gaset van 15 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(18 junij 1797)- fol. 33 - Op den 18 junij zijnde den feestdag of zondag geviert wordende onder de octave van het H. Sacrament, die voorheen met zooveel luijster en pragt ter eeren van het H. Sacrament plagt geviert te worden, zoo door het opregten van eene menigte autaeren, het vercieren van de huijsen en Straeten en het omdraegen van processien door alle de wijken der stadt, zoo van d'eene als d'andere parochiale kercke, nu siet men alles teenemael onderblijven, even alsof er noijt geene processien hadden omgedraegen geweest en alles is zoo stil alsof het eenen gemeenen sondag zoude zijn, zoodat behalvens dat de diensten in de overblijvende gedaen en de procesien omgedregen worden, alles is alsof het geene cleene Brugsche kermisGa naar eind(90) waere, die nogtans voorheen met zooveel luijster plagt geviert te worden. | |||||||||||||||||||
(19 junij 1797)Op den 19 junij zijn in verscheijde parochiale kercken deser stadt, met expositie van 't Alderheijligste, verscheijde solemnele missen afgesongen die bekostigt worden door de confraters der autaeren die hunne confrerije en autaer nog in wesen houden, tegens dat de tijden eens zouden mogen gunstiger worden en den godtsdienst als voorheen gepleegt worden. Alle de confraters zijn in dese solemnele missen tegenwoordig en gebruijken d'intentie voor het Alderheijligste, welkers segening zij van tevooren voor hunne dueren ontfingen. Ondertusschen hoopt men haest alles te zullen herstelt zien, terwijl de gerugten van eenen generaelen vrede, alle daege hoe langer hoe meerder verbreijt worden. CCCXXXX gaset van 19 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(23 junij 1797)Op den 23 junij heeft men 's morgens vernomen dat er geduerende den gepasseerden nagt eene merkweerdige diefte begaen was in d'herberge Het Haenje, t'eijnde het straetjen van den zelven naem, de dieven aldaer de ijzers van den kelder uijtgebroken hebbende, hebben in den zelven kelder gestolen de effecten die zij aldaer hebben gevonden, benevens meer als drij sestersGa naar eind(91) wijn in botillien, waeruijt men kan afmeten dat zij met verscheijde persoonen moeten geweest hebben. Bijnae geene nagten | |||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||
passeeren der zonder dat er dieften van muebelen, besonder van koper en lijnwaet, op de hoven ten uijtkant der stadt liggende, gedaen worden. Heden is bij hallegebode van 't stadhuijs bij orders van de centraele administratie van het departement der Leije een besluijt afgelesen hooftsaekelijk behelsende dat alle schuldenaers voor het toekomende, betrekkelijk zijn voor den regter van vrede, die over d'omstandigheijd van de kwestie van betrek, het jugement tot de te doene betaeling strijken zal. Den [tijd] van het jugement verloopen zijnde en den schuldenaer daeraen niet volkomende, zal den zelven door den heescher vermogen zoo in zijn persoon als mubilaire goederen vermogen aengeslaegen en verbuert te worden, zonder andere formaliteijten als degone die de wet dicteert te moeten observeren. Dese wet stelt veele persoonen zeer gerust tot het doen betaelen van de kwadwillige schuldenaers, welke tevooren nog in lijf of goederen aensprekelijk waeren en die nu in alle deelen in gereguleerde justitie zullen konnen vervolgt worden. | |||||||||||||||||||
(25 en 26 junij 1797)Op den 25 en 26 junij zijnde sondag en maendag, is publikelijk aen de meest biedende de meeste in contant gelt verkogt geworden in het gewesen beluijk van het clooster geseijt de conceptionisten ofte H. Geesthuijs, eene groote partije oude braeke, steen, tegels, pannen, balken en rebben voortskomende van hetzelve clooster dat men besig is te gronde af te brekenGa naar eind(92). Hetzelve wordt ook reets gedaen in het beluijk van de gewesen abdije van den Eechoute en in het beluijk van het gewesen convent van de paters Carmelitten. Dus ziet men tot elks hertszeer alle hope verdwijnen van de cloosters nog eens te zullen herstelt zien en een begin maeken van ruinen waer zoo menige godtvrugtigheden gepleegt wierden. CCCXXXXII gaset van 26 junij, etc. | |||||||||||||||||||
(27 junij 1797)- fol. 34 - Op den 27 junij zijn van 't stadthuijs bij hallegebode drij proclamatien afgekondigt behelsende: 1o een besluijt van de departementale administratie gebiedende dat alle municipaliteijten in hun bestrek te sorgen hebben, dat de vaerden, bruggen, publicke wercken van konst, etc. niet meer geschonden wordenGa naar eind(93); 2o eene wijtloopige wet van den 18 pluviose (6 februari 1797) raekende ervenissen; 3o de vernieuwing van den 74 en 75 artikel van eene ordonantie van het jaer 1539, luijdende dat in alle executien waerin commandement of bevel is van betaelinge, het niet noodig zal wesen voor de validiteijt van het exploit van kerkgeboden of ander saisie en handoplegging van persoonen of goederen, perquesitie te doen van de muebelaire goederen, maer dat het gemelt bevel, behoorlijk gedaen aen den persoon of 't zijnder domicilie genoegsaem zal wesen, etc.Ga naar eind(94) | |||||||||||||||||||
(29 junij 1797)Op den 29 junij zijnde den pligtigen feestdag van den H. Petrus en Paulus, welke voor de aenkomst der Fransche zoo pligtig geviert wiert, besonder in de gewesen kercke van de paters recoletten, uijt welke gewonelijk naer middag eene pligtige processie rond de stadt omgedregen wiert en eenige autaeren langs den weg gestelt wierden. De | |||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||
processie die men ook jaerelijks vanuijt de parochiaele kercke van O.L.V. plagt om te draegen is nu ook teenemael onderbleven en alleen rond de kercke omgedraegen gewordenGa naar eind(95). Naemaete dat men de godtvrugtigheijd onser voorvaderen ziet verminderen, ziet men meer ende meer de baldaedigheden aengroeijen en vermeerderen. De vruegdevieren die desen avond op alle gewesten ontsteken zijn, zijn zeer overvloedig geweest en niettegenstaende de sterke patrouillien die er gehouden zijn, zijn er verscheijde dronkaers en baldadige bij den kop gevat, tot laet in den nagt loopende, welke in egte van vangenis zijn beweegt gewordenGa naar eind(96). CCCXXXXIV gaset van 29 junij, etc. |
|