Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1797
(1997)–Jozef van Walleghem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Merckenweerdigste voorvallen 1797 | |
[pagina 8]
| |
Begin van 't jaer ons heeren Jesu Christi 1797.
| |
(2 januarij 1797)Op den 2 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs afgekondigt eene wet bij orders van de centraele admistratie tot verklaering en uijtlegging van den boek die in het secratariaet der municipaliteijt geopent is om de naemen der borgers te ontfangen voor de verkiesingen der publicke dienaers tegen de maendt germinal (21 maart 1797). Uijttrek van de wet over de verkiesingen van den 25 fructidor 3de jaer (11 september 1795). III. tijtel, verkiesingen van de publicke bedienaers. I. In de maendt nivose (21 december 1796 t.e.m. 19 januari 1797) mag elken borger zig zelven of die van zijne medeborgers welke hij geraedig vint, inschrijven op de lijst der candidaten en aenwijsen voor een of meer bedieningen openvallende in germinal (21 maart 1797 t.e.m 19 april 1797) aenstaende. II. Dese inschrijvingen geschieden in de municipaliteijt, die geene der zelve mag weijgeren en die er recepissen over geeft. III. Binnen de vijf eerste daegen van pluviose (20 t.e.m. 24 januari 1797) moet de municipaliteijt de lijst afkondigen van de candidaten, aengeschreven voor alle de bedieningen die er ter benoeming van de primaire of communaele vergaederingen zijn. Zij moet in dese lijst separaet stellen, de candidaeten welke zij oordeelt ontbloot te zijn van de hoedaenigheden der kiesbaerheijd, vereijscht door de constitutie, het advijs van de municipaliteijt over die niet kiesbaerheijd moet in bondige nota's gemotiveerd zijn. IV. De municipaliteijt send aen de departementse administratie de lijsten der candidaten, aengeschreven voor de bedieningen, welkers verkiesingen aen de electorale vergaederingen behoort. V. De administratie van het departement moet van den 20 tot den 25 pluviose (8 tot 13 februari 1797) in haer besterkGa naar eind(2) de lijsten afkondigen van de candidaten, aengeschreven voor - fol. 2 - de bedieningen die ter benoeming der electorale | |
[pagina 9]
| |
vergaederingen zijn. De candidaten welke de departemententaele administratie gelooft ontbloot te zijn van de hoedaenigheden van kiesbaerheijd, vereijscht door de constitutie, zullen op separate lijsten gestelt worden, met bondige aenmerkingen en uijtlegging. VI. De lijsten der candidaten worden aengeplakt en in de primaire, communale of electorale vergaederingen gelesen, aenstonts naer het formeeren der bureaux. Ook konnen de stemmen gegeven worden voor borgers welke op de lijsten niet zijn verkosen gewordenGa naar eind(3). CCXCII gaset van 2 januarij 1797. | |
(3 januarij 1797)Op den 3 januarij 's morgens om 10 uren en 's middags ten twee uren is in publicke verkoopinge door den stokhouder Bouvaert, nu volgens het Fransche sistema genaemt wordende deurwaerderGa naar eind(4), verkogt op de Vrijdagmart alle de boomen die nog zijn blijven staen sedert den fellen windt van den 6 novembre 1795, als hiervooren fol. vermeltGa naar eind(5), die door de koopers seffens vermogen gevelt te worden, mits gevende 12 stuijvers voor het vullen van elken put waer eenen boom gestaen heeft. Als de verkooping op de Vrijdagmart gedaen was, is er voortgegaen met het verkoopen van de boomen in de buijtevesten der stadt, zoodat men niet anders voorsiet, als er geen jonge plantsoenen gestelt worden, dat er van onse ongeluckige stadt eene woeste schuere staet gemakt te wordenGa naar eind(6). Heden is ook van 't stadthuijs bij hallegebode afgekondigt eene wijtloopige proclamatie van den gouvernementscommissaris Bouteville aen de inwoonders van de negen departementen, waerin den zelven commissaris de veelderhande beweegredens de inwoonders tragt op te wekken tot de betaelinge van de verpagtingen van de nationale domeijnen en van de deelen welke zij schuldig zijn der verscheijde contributien, tot alle welke eenider op 't kragtigste aengewakkert wordtGa naar eind(7). | |
(4 en 5 januarij 1797)Op den 4 en 5 januarij is naer eene voorafgaende bekentmaekinge door de members der municipaliteijt geaffixeert, rond de geheele uijtgestrektheijd der stadt Brugge met de gewone armbussen door de schaedebeletters gedaen een generaele geltopsaemelinge ten eijnde als in dezelve bekentmaekinge wijtloopig is aengekondigt, van ter hulpe te komen de arme weduwe en weesen, welkers mans ten getalle van 17 of 18 huijsgesinnen in het overgroot ongeluk op 't oversetten van Sluijs, als hiervooren gemelt, vergaen zijnGa naar eind(8). Dezelve weduwen zig meest alle binnen dese stadt wonende met een groot last van kinderen bevindende, is dese opsaemelinge als den eenigsten middel aensien om hun in 't leven te konnen behouden, want zij alle hunne mans verloren hebbende is den zelven nood zeer groot geworden. CCXCIII gaset van 5 januarij, etc. | |
(6 januarij 1797)Op den 6 januarij zijnde den feestdag van de H. Drijkoningen, saeg men tot elks verwondering bij orders van de administratie van het departement der Leije, door een Franschen deurwaerder publikelijk in venditie verkopen in contant gelt, voor het huijs van sr. Iperman in de Wollestraete, de meubelen en effecten van eenen geemigreerden Franschman, dus siet men hoedaenig de grootste H. daegen nog geeerbiedigt worden. | |
[pagina 10]
| |
(7 januarij 1797)Op den 7 januarij zijn door de Fransche commissarissen de paters discalsen uijt hun clooster gesonden, zijnde het laeste clooster deser stadt, van welke en van hunne cleedinge en woonste, nader te handelenGa naar eind(9). | |
(9 januarij 1797)Op den 9 januarij is naer voorafgaende advertentie bij trommelinge rond de stadt aen eenider bekent gemakt dat in de greffie van 't stadthuijs de registers geopent zijn op welke eenider boven de 21 jaeren en den vereijschte bekwaemheden van Franschen burger hebbende mag inteekenen voor de verkiezinge van de primaire vergaederingen die staen plaetse te hebben. CCXCIV gaset 9 januarij, etc. | |
(12 januarij 1797)-fol. 3 - Op den 12 januarij zijn bij hallegebode van 't stadthuijs bij orders van het Directorie van Parijs drij besluijten afgekondigt, hooftsaekelijk behelsende: 1o een besluijt dat het alleen aen de notarissen, greffiers en deurwaerders geoorloft is zig te bemoijen met de prijsien, estimatien en publijke verkoopingen van muebelen en roerende effecten; 2o een besluijt meldende dat alle actien in justitie die zullen geintendeert worden door de administrative corpsen, moeten geintendeert worden in den naem van den procureur-generael sindix van het departement, vervolg en beleed van den procureur-generael sindix van het district en degene die er willen formeeren tegen die corpsen, moeten dezelve aenrigten tegen den zelven procureur-generael sijndic; 3o eene wijtloopige wet van den 9 frimaire (29 november 1796), dienende tot bijvoegsel aen degone van den 6 fructidor (23 augustus 1796), over het lichten der patenten welke bijvoegsel in zijn geheel in de Gendsche gasette N. CCXCI van den 29 december 1796 kan gesien worden en hoe wij in een doolhof gedompelt zijnGa naar eind(10). CCXCV gaset van 12 januarij, etc. | |
(15 januarij 1797)Op den 15 januarij, feestdag van den H. Naem Jesus, welken voorheen zoo luijsterlijk in meest alle de cloosters deser stadt met vollen aflaet geviert wiert, heeft men heden in meest alle de parochiale kerken ook zeer luijsterlijk zien vieren, door de confraters der confrerijen die tevooren in de cloosters dien feestdag op hunnen onkost met allen luijster vierden, nu in de parochiekerken dezelve diensten gedaen wordendeGa naar eind(11). Nu zijn ook in alle parochiekerken nieuwe bichtstoelen voor de paters geplaest gewordenGa naar eind(12). | |
(16 januarij 1797)Op den 16 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs afgekondigt eene wet van den 3 vendemiaire (24 september 1796) lest, inhoudende dat alle materien betrekkelijk op het order judiciaire, in welke eenige arretés tusschengekomen zijn, die naderhand zijn herropen geweest door eene wet, de partijen versteken van het uijtwerksel deser besluijten, wederverkrijgen de volle oeffeninge van de actien die hun tevooren toebehoordenGa naar eind(13). Daernaer wiert een besluijt afgelesen begrijpende dat wegens de misbruijken die veele landtslieden begaen in de nieuwe schikking der parken, de municipaliteijten van Brugge, Iper, Oostende en Kortrijk gemagtigt zijn om elken landtbouwer die op zijne buert niet zoude komen als hij wettelijk gevraegt is, vijf daegen langer te doen | |
[pagina 11]
| |
blijven voor elken dag veragtering. Dese vraegen om wettelijk te zijn, moeten gedaen worden door de gemelde municipaliteijten, aleer den dag op welken hunnen dienst een begin moet nemen en wettelijk geannonceert wordenGa naar eind(14). CCXCVI gaset van 16 januarij, etc. | |
(17 januarij 1797)Op den 17 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs bij orders van de centrale administratie afgekondigt eene zeer strenge ordonantie nopende de jagt, aen eenider verboden wordende, op de boete van 100 livres in numeraire, in eenige bosschen ofte elders te jaegen. Zullende degone die aen de boete niet konnen volkomen, arbitrairelijk volgens de strengheijd der wetten gestraft wordenGa naar eind(15). | |
(19 januarij 1797)Op den 19 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs ook bij orders van de centrale administratie afgekondigt eene zeer wijtloopige proclamatie behelsende eene opwakkering opdat elken borger zig zoude inteekenen ter greffie voor de primaire verkiesingen die staen geopent te worden en wat dat er vereijscht wordt om Franschen borger te zijn, welke gelijcke proclamatie in zijn geheel in de voorige Gensche gasette N. CCXCVI kan gesien worden van den 16 deserGa naar eind(16). CCXCVII gaset van 19 januraij, etc. | |
(20 januarij 1797)- fol. 4 - Op den 20 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs afgekondigt een besluijt van de centraele administratie van het departement der Leije. Hersien den artikel 22 van het besluijt der centraele administratie van het Nederland van den 6 frimaire (26 november 1796), alsook degone van 22 nivose (12 januari 1796) en 11 ventose (1 maart 1796) en hetgone van de volksrepresentanten van den 26 nivose 3de jaer (15 januari 1795), alle behelsende maetregelen van interdictie of verbod van genever te stooken. Gesien de artikelen 302 en 355 van de Fransche constitutie aldus luijdende: artikel 302, de publicke belastingen worden beraemt en jaerelijks vastgestelt door het wetgevende corps, zij mogen niet langer dueren als een jaer indien sij niet uijtdrukkelijk vernieuwt worden; artikel 355, daer is nog privilegie, nog meesterschap, nog geswooren neeringen, nog bepaeling voor de vrijheijd van de persse, van den koophandel, van de oeffening van het vernuft en alle slag van konsten. Alle verbiedende wet van dit slag, wanneer de omstandigheden die nootsaekelijk maeken is maer provisioneel en heeft maer kragt voor den tijdt van een jaer, ten waere zij uijtdrukkelijk vernieuwt wiert. Gesien het rapport van haeren 3den bureau, 2de sectie, de administratie overwegende dat er reets meer als een jaer verloopen is sedert de afkonding van de voorgaende besluijten, dat de uijtvoering danof niet uijtdrukkelijk is vernieuwt geweest, vervolgens dat zij inderdaedt zijn herropen door de publicatie van de constitutie van de artikelen 302 en 355, overwegende dat dese waerheijd nog klaerder word bewesen door de toepassing aen de vereenigde landen van de wet van den 6 fructidor (23 augustus 1796) raekende de patenten waerin de distelateurs zijn uijtgedrukt, overwegende van den anderen kant dat dese wet niet mag blijven zonder uijtwerksel ter oorsaeke van de verjaering der bovengemelde besluijten, besluijt, naer | |
[pagina 12]
| |
gehoort te hebben den commissaris van het uijtwerkende bestier: art. 1. alle de alambiken en andere gereetschappen, dienende tot het stooken van genever, gedeposeert onder den segel of in plaets van zekerheijd door de municipale administratien of andere wettige overheden, uijt kragt der bovenstaende besluijten, zullen ter diligentie van de gemelde administratien wedergegeven worden aen degone zij behooren; II. dese dispositie is niet toepasselijk aen de voorwerpen wettelijk aengeslaegen en verbuert; III. allen persoon die zoude bedrijven of willen bedrijven de professie van distillateur in dit deel, zal gehouden zig te schikken naer 't gone voorgeschreven is door de wet van den 6 fructidor (23 augustus 1796); IV. daer wordt niet gederogeert aen de wetten der policie door het tegenwoordig, welke zal gedrukt worden in de twee taelen, afgekondigt en aengeplakt overal daer het zal noodig wesen. Gedaen te Brugge in de sitting van den 28 nivose 5 jaer (17 januari 1797) der republijke door de administrateurs uijtmaekende de centraele administratie van het departement der Leije, tegenwoordig de borgers Honoré Vallé, president; Marchand, Guinard, administratuers; Van Praet, doende de fonctie van commissaris van het uijtwerkende bestier en Henissart, oppersecretaris. Voor overeenkomstige copije Guinard, vice-president; Bouffé Desmarais, secretaris-adj.Ga naar eind(17) Den morgen wiert het groot vaendel boven op den hallentooren opgesteken, van 12 tot 2 uren 's middags en van 5 tot 7 uren 's avons wierden alle de nog in wesen zijnde klokken der stadt geluijt, welk geluijt telkens door het spelen van een ure op 't carilion gevolgt wiert en dit ter oorsaeke dat op morgen de feest zal geviert van het vermoorden van den Franschen koning, Ludovicus den XVI, welke als eene daedt van eere door de geheele verderffelijcke Fransche republijke zal gedaen worden. - fol. 5 - Desen naermiddag ontrent den 2 uren en half gebuerde binnen dese stadt Brugge een schouwspel dat d'alderongeluckigste gevolgen zoude konnen veroorsakt hebben. Drij jongelingen deser stadt uijt groot dronkenschap of door andere opgestookt, dat men niet weet, in de kercke van St.-Donaes gegaen zijnde, hebben eerst op eenen zijdenautaer in de voorkercke uijt schimp eene zoort van misse willen lesen, zonder nogtans dat zij iets ter hand hadden voor de nootsaekelijkheijd, waer hunne baldaedigheijd verricht hebbende, hebben zij bij middel van den streng van de groote klokke of zoogenaemde bel die in de voorkerk hangt, aen dezelve getrokken en die tot 12 à 14 mael doen alram (sic) klippen alsof er oproer of brand zoude hebben geweest. Terstont wiert de kerk door de schaedebeletters ontset, honderden menschen kwaemen op den Burg en niemant wist wat er schilde, of 't brand of oproer was. Seffens wierden twee van de daeders, genaemt Iperman en Suereman, vastgehouden en den derden was het ontvlugt. Zooverre was het reets dat de militaire besetting onder de waepens kwam en den commandant deser stadt zelfs niet wist wat er schilde. Als het raetsel ontdekt was bleef alles stil, de pligtige in egtenis beweegt en vergaederde op den Burg trokken gerust naer huijs. Hoe licht en zoude die dwaesheijd in den tijdt die wij beleeven d'ongeluckigste gevolgen niet konnen veroosakt hebben. | |
[pagina 13]
| |
(21 januarij 1797)Op den 21 januarij wiert het feest van 't om hals brengen van den koning Ludovicus den XVI op den 21 januarij 1792 zeer simpel geviert, alle de klokken luijdeden van 's morgens van 6 tot 8 uren, van 12 tot 2 uren 's middags en van 6 tot 8 uren 's avons, welke telkens door het spelen van een ure op 't carilion gevolgt wiert. Voor 't stadthuijs was gehangen de groote drijcaleurige vlagge en de vaendels uijt meest alle huijsen. In den naermiddag verscheen alleen de militaire besetting op den Burg, zoo voet- als peerdevolk, welke naer de exercitie den eedt van trouwe aen de republik vernieuwden en den haet tegens het koningdom swoeren, welken eedt ook door alle degone in eenige bedieningen op de municipaliteijt vernieuwt wiert, bestaende in dese woorden: ‘ik sweere haet aen het koningdom en aen de rerelingsloosheijd (sic), getrouwigheijd en aengekleeftheijd aen de Fransche republicke en de constitutie van het jaer 3’. Men is in 't algemeen verwondert over de weijnige plegtigheijd welke de feest van heden verselt heeft, die om mindere behieselingenGa naar eind(18) (sic) met theaters en andere opregtingen is geviert geworden, te melden wat er onder het publick geseijt wordt, etc. en dat wel d'oorsaek kon zijn, dat die feest zoo simpel is uijtgevoert geworden. | |
(23 januarij 1797)Op den 23 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs afgekondigt een besluijt van het uijtwerkende bestier, herstellende het recht van doorgang langs Maestricht, op de koopmanschappen afgestiert van Holandts Brabant naer het Land van GulikGa naar eind(19). Daernaer wiert afgelesen een ander besluijt van hetzelve uijtwerkende bestier, behelsende dat alle de wetten en besluijten, gevoegt in den bullettin der wetten, die van de date deser in de vereenigde departementen komen, zullen verbindende zijn, gelijk voor het overig van de republick, tenzij dat er eenige uijtsonderinge zoude uijtgesproken worden voor onse departementen door besondere besluijten diesaengaendeGa naar eind(20). CCXCVIII gaset van 23 januarij, etc. | |
(25 januarij 1797)- fol. 6 - Op den 25 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs bij orders van de centraele administratie afgekondigt dat er voortaen tot onderstant van den gemeenen armen in alle openbaere commedien, ballen, conserten en andere publicke vermaekelijkheden zal ontfangen worden boven de ordinaire of gefixeerde prijsen, twee stuijvers par livre geduerende ses maenden. Den opbreng van welke aen de arme zal gedistribueert worden. De publieke bedelaers die zoo in dese steden als te lande zullen worden gevonden zonder vaste domicile of woonste, zullen door de gendarmerije worden aengehouden en opgebragt en geduerende drij maenden opgesloten wordenGa naar eind(21). | |
(26 januarij 1797)Op den 26 januarij om 7 uren 's morgens naerdat het tribunael crimineel den heelen nagt besig hadde geweest en het proces sedert sondagmorgen den 22 deser tot heden hadde voortgeduert over ses persoonen betegen van in den nagt tusschen den 19 en 20 november 1795 in d'herberge LettenburgGa naar eind(22) gelegen in Vuerenambagt, den man, vrouwe en twee kinders | |
[pagina 14]
| |
van hetzelve huijs met het lossen van pistoolen gelaeden met schroot te hebben gedoodt en jammerlijk vermoort en naerdat zij groote huijsbraeken hadden begaen, eene somme gelt en effecten te hebben gestolen, hebben zij naerdat den man genaemt Carel Van Heede, doodt geschooten was, zijne vrouw en twee kinders die alles hadden gegeven om hun leven te behouden en op hunne knien daerom baeden, dezelve ook onbremhertig doodt geschoten. Alle welke door het hooren van 26 getuijgen geduerende het proces klaer is gebleken, onder welke getuijgen een meijskens van ontrent 9 jaeren is geweest, zijnde het dogterken van den vermoorden, dat alles geduerende hunne vreetheijd gesien heeft, zig hebbende geborgen agter of onder de rokken van zijne moeder, dat aldus de woede der moorders ontkomen is en alles duijdelijk met d'omstandigheden heeft bekent gemakt, dusdaenig dat den regter daerover zelfs heeft verwondert en overtuijgt geweest. Eenen van dese 6 moorders, zijnde eenen bultenaer, is wegens de moort om 7 uren van desen morgen vrijgesproken, omdat het is gebleken dat hij als de moort gebuerde, tot Iper in egtenis sat, maer is om andere faiten aengehouden, alleen de moort betegen zijnde, omdat hij aen eenen bultenaer die de moort heeft helpen doen was gelijkkende. Ten een uren van desen middag zijn de andere vijf moorders veroordeelt tot de doodt en zijn onder den toeloop van een oneijndig getal persoonen, swaer geboeijt, geleijt naer het tugthuijs van de MagdaleeneGa naar eind(23) om naer het verloop van 3 daegen die hun vergunt zijn, niet appaleeren van processe, op de Mart met een rood hemd aen, gegulitoneert te worden. CCXCIX gaset 26 januarij, etc. | |
(27 januarij 1797)Op den 27 januarij is bij hallegebode van 't stadthuijs bij orders van de centraele administratie afgekondigt eene wet behelsende dat de formaliteijten van ervenis, ontervenis, vest, devest, herkentenis, besitneming, etc. afgeschaft zijn in de overwonne landen van den dag dat de distriktstribunaelen zullen geinstalleert wesen en dat de overschrijving van de grossen der contracten van koop of hijpotheek in de plaets zullen dienenGa naar eind(24). Desen avond is in het tribunael crimineel den bultenaer die als hiervooren aengewesen van de doodtstraffe vrijgesproken is om het begaen van verscheijde dieften met braeke, volgens d'overtuijging der getuijgen veroordeelt tot de straffe van 16 jaeren in de ijzers en 6 uren met een placaet boven zijn hooft tentoon te staen, de menigte aenhoorders van dit vonnis hebben in 't algemeen verwondert de stoute aenwoorden van desen bultenaer aen den regter en veele twijffelen ook uijt dezelve of hij geenen medepligtigen geweest van de moord waervan de andere vijf ter doodt veroordeelt zijn. | |
(28 januarij 1797)- fol. 7 - Op den 28 januarij van 6 tot 8 uren 's morgens, van 12 tot 2 uren 's middags en van 5 tot 7 uren 's avons wierden alle de klokken der stadt geluijt en telkens een ure naer het geluijt op het carilion gespeelt, wanneer ook met het aenbreken van den dag het groot vaendel op den hallentooren opgesteken wiert en dit wegens eene tijding gisteravond laet aengekomen waerbij de Fransche op het keijserlijklijk leger in Italien | |
[pagina 15]
| |
zouden verovert hebben 20 duijsent mannen krijgsgevangene onder welke begrepen zijn drij generaels en alle de batalions der volontaire van Weenen. 6000 mannen zouden gedoodt of gekwest zijn. 60 stukken canon verovert en 24 vaendels zouden genomen zijn. Voorts zouden door de Fransche alle de bagagie van den vijand met een regiment hussaeren genomen zijn, gelijk ook alle de convoijen van graenen en ossen die den vijand in Mantua wilde werpenGa naar eind(25). Welke tijding aldus op de publicke plaetsen deser stadt is geaffixeert geworden, zonder dat er van 't verlies van eene Franschman gesproken wordt, waerom men aen de waerheijd van dese verbaesende tijding zeer twijffelt, temeer omdat de vruegdeteekens desen avond seffens zijn gestaekt geworden. | |
(30 januarij 1797)Op den 30 januarij was het als martdag door d'overgroote menigte van buijtenlieden die men van desen morgen tot in den naermiddag van alle zijden saeg aenkomen om de vijf moorders te zien gulitonneeren, mits den dag op heden gefixeert was. Dog de menigte aengekomen, waeren in hunne meening bedrogen en moesten naer huijs keeren gelijk zij gekomen waeren zonder iets te zien, omdat de daeders gisteren het proces geappaleert hebben en men voorseker zegt eenen genaemt Brits onpligtig te zijn, dus zal men zien wat er van 't appel zal geworden. CCC gasette van 30 januarij, etc. | |
(31 januarij 1797)Op den 31 januarij wiert van negen uren 's morgens tot drij uren naermiddag op den Burg voor het stadthuijs op een schavot door den scherpregter tentoongestelt den bultenaer, als hiervooren verhandelt, genaemt Pierre Egroo, oudt ontrent 24 jaeren, geboortig van Nieuwcapelle, verwesen zijnde tot 16 jaeren in de ijzers welke op het schavot laegen en hem t'eijnden de executie aengeslaegen wierden. Boven zijn hooft een placaet gehegt zijnde, inhoudende boven zijnen naem, ouderdom en geboorteplaets, de verscheijde zoo kerke- als huijsdieften met braeken van welke hij medepligtig geweest heeft. De stoutmoedigheijd die desen bultenaer op het schavot betoonde, verwonderde idereen, men saeg hem in 't minste niet beroert nog bedroeft, nog bewegelijk, hij spraek stoutmoedig de menige omstaenders aen en scheen als met zijne straffe den spot te houden. Sommige aensaegen hem als eenen dwaesen of sot en andere zeijden dat het was uijt blijdtschap omdat hij mogelijks de straffe des doodts die hij misschien maer al teveel verdient heeft, ontgaen was. |
|