Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1787
(1982)–Jozef van Walleghem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Historiek van het handschriftNu we ons een beeld kunnen vormen van de verschillende delen waaruit het handschrift van Jozef van Walleghem bestaat, zou het interessant zijn de weg te volgen die het manuscript heeft afgelegd tot het ter onzer beschikking kwam en te weten op welk moment en waarom het ene deel, dat nu eigendom is van het S.A.B., gescheiden is geworden van de rest van het handschrift. Een sluitend antwoord op deze problematiek zal jammer genoeg uitblijven. Onze bronnen zijn niet enkel fragmentarisch maar soms ook aan de mysterieuze kant. Daarom wagen we ons niet aan een onmiddellijke interpretatie van het bronnenmateriaal maar citeren we eerst de bron zelf: de mogelijke conclusies blijven immers zeer arbitrair. P. Le Doulx geeft ons het eerste element van de historiek van het manuscript in handen: ‘Zijne weduwe heeft alle sijne naergelaeten schrijven verkoght... (onleesbaar) Joseph Antonius van Huerne, heere van Schiervelde, voor de somme van thien ponden grooten wisselgelt’Ga naar eind(1). Joseph-Antoine-Aijbert-Idesbalde van Huerne, ook heer van Puijenbeke, Nieuwenhove en Pecques, was geboren op 24 november 1752. Hij was tijdens het Ancien Régime magistraat van het Proosse en raadslid van Brugge van 1812 t.e.m. 1817. In 1791 was hij proost van het broederschap van het Heilig Bloed. Hij bezat een zeer rijke bibliotheek en een interessante verzameling antikwiteiten en schilderijen. Tot in 1860 blijft het handschrift in bezit van de familie van Huerne. Met de dood van Jean-Marie-François-Théodore-Ghislain, baron van Pélichy en echtgenoot van Marie-Josephine-Anne-Ghislaine van Huerne, werd diens bibliotheek geveild. Het manuscript werd gekocht door Anselmus van den Bogaerde: ‘Cette collection a été vivement disputée et à la fin j'en ai devenu possesseur dans la vente en 1860 à Bruges maison mortuair de feu le baron de Pélichy van Huerne pour 400 francs sans les 10p.100 - A.V.d.B.’Ga naar eind(2). Anselme-Jean van den Bogaerde, geboren op 12 april 1776, stamde uit een oude en bekende adellijke Brugse familieGa naar eind(3). Hij was eigenaar van een grote bibliotheek en een mooie collectie munten en medailles. Hij bleef ongehuwd; na zijn dood werd zijn verzameling in veiling verkocht (cfr. infra). Met de omschrijving van het manuscript in de catalogus van de veiling de Pélichy-Van Huerne beginnen de onduidelijkheden. We lezen: ‘1288. Walleghem. Daegelijksche gevallen geschiet binnen en omtrent de stad Brugge van 1777 tot 1796. 24 volumes’Ga naar eind(4). De opgegeven begindatum en de omschrijving ‘daegelijcksche gevallen’ wijst erop dat men waarschijnlijk het eerste deel van de zogenaamde verkorte reeks gebruikt heeft om de reeks in de catalogus te betitelen. De einddatum, 1796, is die van de laatste A-4 map met losse bladen. Dit zou dan betekenen dat op die veiling het totale handschrift, zoals we het nu kennen, werd verkocht, met uitzondering van het deel dat sinds 1929 eigendom is van het S.A.B. en de jaren 1799-1801 beslaat maar met inbegrip van het 1o deel van de ‘merckenweerdigste voorvallen’, waarover we nu niet meer beschikken. Dit zou dan immers kloppen met het | |
[pagina 24]
| |
aantal opgegeven volumes, 24, ingebonden en niet ingebonden delen samengenomen. Zes jaar later, in 1866, werd met de dood van Anselmus van den Bogaerde diens bibliotheek geveild. De omschrijving in de catalogus maakt de zaken niet eenvoudiger: ‘no 7027. Walleghem, Cronijcke van de daegelijksche gevallen geschiedt binnen en omtrent de stad Brugge, van 1778 à 1801. Manuscrit précieux pour l'histoire de Bruges; collection de 20 vol. cartonnés in -12o, et 5 paquets en feuilles’Ga naar eind(5). Het opgegeven beginjaar 1778 komt overeen met dat van het tweede deel van de ‘merckenweerdigste voorvallen’; het eerste deel zou dan toen al verloren zijn gegaan. ‘Cronijcke van daegelijksche gevallen’ wijst echter op de zogenaamde verkorte reeks, maar dan weten we geen raad met 1778 als beginjaar. Volgens de opgegeven jaartallen zou dat dus verloren zijn gegaan; in dat geval tellen wij echter maar 19 gecartonneerde volumes, de ‘Geslachtkunde’ en de Gedichtenbundel die enkel een papieren kaft hebben nog inbegrepen. De 4 A4-mappen plus het deel dat nu eigendom is van het stadsarchief maken wel ‘5 paquets en feuilles’ uit. Wanneer het eerste deel bewaard zou zijn kan men wel ‘20 vol. cartonnés’ tellen, maar dan valt 1778 als beginjaartal niet te verklaren. In ieder geval schijnt Anselmus van den Bogaerde het laatste deel van het manuscript, van 1799 tot 1801, ook verworven te hebben. We mogen o.i. wel met zekerheid stellen dat het manuscript pas ingebonden werd nadat het 1o deel van de reeks der ‘merckenweerdigste gevallen’ verloren is gegaan. Daarop wijst immers het feit dat het eerste deel van de zogenaamde verkorte reeks verkeerdelijk werd ingebonden als zou het het eerste deel van de reeks ‘merckenweerdigste gevallen’ betreffen. Wie het handschrift aankoopt op deze veiling is ons niet bekend. Een volgend element waarover we beschikken is een aanwijzing in een artikel van J. Colens, daterend van 1891Ga naar eind(6). Daar citeert deze auteur een passage uit van Walleghem en vermeldt de bron in voetnoot: ‘JOSEF VAN WALLEGHEM. Beschrijving van de merckenweerdigste voorvallen geschiet binnen en omtrent de stadt Brugge, 12o deel (1786), blz. 385. Manuscrit appartenant à M. Alex D'Haese, qui, très obligeammant, nous a laissé prendre copie de cette partie du travail chroniqueur’. A. D'Haese was een zeer Vlaamsgezind iemand: dit blijkt voldoende uit een gedicht van hem, ‘Klacht der Vlaemsche Maagd’ getiteldGa naar eind(7). Veel informatie over deze persoon hebben we anders niet kunnen vinden. In verschillende Brugse almanakken, tot 1897, staat één man met de naam Alex D'Haese vermeld, die koopman in kolen was en in de Noordzandstraat woondeGa naar eind(8). Waarschijnlijk betreft het onze figuur; een sluitend bewijs hebben we echter niet. Er volgt dan een hiaat tot 1929, jaar waarin het Brugse stadsarchief het deel 1799-1801 aankocht. De catalogus van deze Antwerpse veiling maakt de zaak helemaal verward. We vinden het manuscript nu onder twee verschillende nummers ondergebracht: ‘-1108. Brugsche Chronijcke 1776-1801, door Joseph van Walleghem, manuscrit in -4. Manuscr. import. -1109. Van Walleghem. Gebeurtenissen Brugge 1777-1790. 12 vol. manuscr. orig. in-12. Dem. rel. v. Et partie de notes non classées’Ga naar eind(9). Nummer 1108 geeft de correcte begin- en einddatum van de totale reeks, het verloren gegane deel inbegrepen. De formulering geeft echter de indruk dat het enkel 1 volume betreft en dan weten wij niet welk deel van het ons voorhanden zijnde manuscript hier wordt bedoeld. Ook het opgegeven for- | |
[pagina 25]
| |
maat, -4 is vreemd. We kennen geen enkel stuk van van Walleghem in deze afmetingen. Moeten we concluderen dat het hier een volume betreft, eventueel een korte inhoud van het totale handschrift, dat ons volkomen onbekend is? Nummer 1109 geeft de datum van het eerste deel van de reeks ‘daegelijksche gevallen’ als aanvangsjaar. 1790 is inderdaad het laatste jaar dat het manuscript ingebonden is. We tellen echter 17 in karton ingebonden delen, zonder de gedichtenbundel en de geslachtkunde mee te rekenen. Vanwaar dan de opgegeven 12 volumes? ‘Partie de notes non classées’ is een nogal vage omschrijving en leidt ons ook niet veel verder. De jaarverslagen van 1929 van het Brugse stadsarchief brengen geen opheldering: er wordt enkel de aankoop van het eigen stuk op de veiling van november 1929 te Antwerpen vermeldGa naar eind(10). Het lijkt ons waarschijnlijk dat het handschrift van Walleghem in 2 loten verkocht is geworden, dat wat aangekocht is geworden door het S.A.B. en de overige delen, op die veiling of later door Achilles van Acker gekocht. Het opgegeven aantal volumes, formaat en jaartallen mogen we wellicht met een korreltje zout nemen. Sinds de dood van Achilles van Acker berusten deze laatste in het stadsarchief te Brugge, als schenking van de familie. Misschien bestaan er nog andere geschriften van Jozef van Walleghem, maar dat lijkt ons wel zeer weinig waarschijnlijk. In ieder geval ontbreekt er dus 1 deel. Hopelijk komt dit ooit nog terecht?
Chris Scherpereel. |
|