Inleiding
Nog tijdens het leven van de auteur genoot de kroniek van van Walleghem bekendheid als een nauwkeurige bron voor de Brugse geschiedenis. Er werd dan ook na de dood van de auteur, telkens wanneer ze op een veiling werd aangeboden, voor het bezit van de kroniek gestreden. Op de laatste veiling in Antwerpen in 1929 werd de reeks zelfs in twee delen gesplitst. De stad Brugge verwierf één deel en de andere delen werden uiteindelijk gekocht door de Brugse staatsman en verzamelaar Achilles Van Acker. Zijn erfgenamen stelden de reeks ter beschikking van het Brugs stadsarchief. Op die manier is de collectie weer hersteld behalve het eerste ontbrekende deel. Voor het eerst ook is de reeks toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek.
Toen we met behulp van een B.T.K.-ploeg, in opdracht van het stadsbestuur van Brugge, de editie van van Walleghem mochten voorbereiden, moesten een aantal beslissingen genomen worden. We moesten rekening houden met het specifiek B.T.K.-stelsel. Gezien de steeds wisselende reglementering terzake was het onmogelijk te voorspellen welke tijdsduur we over onze medewerkers zouden kunnen beschikken. Bovendien misten we het eerste deel van het handschrift en hoopten we dat het via de aandacht die nu voor van Walleghem gewekt werd weer boven water zou komen. Dit betekende dat we moesten beslissen met welk deel we de editie zouden starten. We verkozen de reeks te laten starten met het jaar 1787 en eerst de delen tot 1801, het jaar van het overlijden van van Walleghem, uit te geven. In een later stadium zullen we ons aan de editie van de eerste delen wagen. Over deze beslissing kunnen natuurlijk meerdere commentaren uitgebracht worden. We dachten met 1787 te starten omdat vanaf dat jaar het politiek leven terug opbruist in onze gewesten. Zoals de meeste kroniekschrijvers noteerde van Walleghem vooral politieke en maatschappelijke veranderingen en de reacties van de bevolking daarop. Vanaf 1787 tot aan de dood van van Walleghem gebeurden er bijna jaarlijks regimewisselingen met als hoogtepunten de Brabantse Omwenteling en de twee Franse invallen. Het zwaartepunt van de kroniek ligt ongetwijfeld in deze periode. De vroegere delen zijn vooral belangrijk voor het volks- en straatleven in de stad. De delen vanaf 1787 zijn dit uiteraard ook nog maar belichten daarenboven op een scherpe manier een bijna onbekend gebleven politieke dimensie.
Een ander probleem stelde zich: de kroniek bestaat uit twee delen die telkens over dezelfde periode handelen: de ‘merckenweerdigste voorvallen’ en de ‘daegelijcksche gevallen’. Om praktische redenen besloten we beiden samen in één boekdeel uit te geven.
Voor wat de editie betreft hielden we ons strikt aan de algemeen geldende regels: we respecteerden de tekst als dusdanig en brachten geen wijzigingen aan in de spelling. De titels zijn afkomstig van de door van Walleghem zelf opgemaakte inhoudstafels. Wel zijn we zelf verantwoordelijk voor de interpunctie omdat van Walleghem bijna geen leestekens gebruikte. Dit bracht ons voor grote problemen. Van Walleghem schreef immers in de spreektaal en maakte lange periodes met vele tussenzinnen.