Spiegel der zeevaert
(1964)–Lucas Jansz Waghenaer– Auteursrechtelijk beschermdLucas Jansz Waghenaer, Spiegel der zeevaert. Sequoia, Lausanne 1964
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Instituut voor Nederlandse Lexicologie
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Spiegel der zeevaert van Lucas Jansz Waghenaer in een uitgave uit 1964. De eerste druk dateert van 1583.
redactionele ingrepen
Voor de afbeeldingen in kleur is gebruik gemaakt van exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: MAG: T fol 165 Rariora (LK)
Voor de ontbrekende pagina's 37-39 is gebruik gemaakt van exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: P fol 111 Lk (Rariora).
Deel 1
p. IV: Bocks → Boecks: ‘(buytens landts streckende) int progres deses Boecks ooghenschijnlick openbaren’.
p. VIII: te → de: ‘Om tot allen tijden te vinden de nieuwe Maen’.
p. 7: mer → meer: ‘Verneri, Copernici ende meer andere’.
p. 23: Waersverghe → Waersberghe: ‘van Nijdinck tot Waersberghe’, ‘van Waersberghe tot Sweederoer’.
p. 23: Clfue → Elfue: ‘van Heylich-landt totte Elfue’.
p. 24: tet → tot: ‘van Bouschaer tot groote Carel’.
p. 37: verlooopen → verloopen: ‘Ende dat de diepten ende stroomen Jaerlijcx seere verloopen’.
p. 45: lligghen → ligghen: ‘al waer de Schepen ligghen die wt willen seylen’.
p. 49: trandt → strandt: ‘soo moecht ghy de strandt op ses vadem wel aensoecken’.
p. 49: dieptwintich → diep twintich: ‘de selue banck is diep twintich ende tweentwintich vadem’.
Deel 2
p. 25: oortzyde → noortzyde: ‘streckende van daer west ende west ten n. in tot Hoogelant aen den noortzyde’.
p. 33: Coppenhanen → Coppenhauen: ‘ende den toren van Coppenhauen comt aent Oosteynde vant Bos van Draecker’.
p. 45: Oooster → Ooster: ‘Beschryuinghe van Wyborch der Neruen / teynden van die Ooster-Zee’.
p. 91: wrilen → willen: ‘hebbe ick int Oosterboeck willen stellen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. 40, 44, 48, 52, 56, 60, 64, 68, 72, 76, 80, 84, 88, 92, 96, 100, 104, 108, 116, 120, 128; deel 2, p. 8, 12, 16, 24, 28, 32, 36, 40, 48, 52, 60, 64, 68, 72, 76, 80, 84, 88) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina I]
Teerste Deel vande
Spieghel der Zeevaerdt, van de nauigatie der Westersche Zee.
Innehoudende alle de Custen van Vranckrijck Spaignen ende t'principaelste deel van Engelandt, in diuersche Zee Caerten begrepen, met den gebruijcke van dien, nu met grooter naersticheijt bij een vergadert ende ghepractizeert
Door Lucas Iansz Waghenaer Piloot ofte Stuijrman Residerende Inde vermaerde Zeestadt' Enchuijsen.
Cum Privilegio ad decennium.
Reg. 1583 Ma.tis.
et Cancellarie Brabantie.
Ghedruct tot Leyden by Christoffel Plantijn, voor Lucas Janssz, Waghenaer van Enckhuysen.
Anno M.D.LXXXIV.
[Deel 2, pagina 1]
Het tweede deel
vanden Spieghel der Zeevaert:
Inhoudende de gheheele Noordtsche ende Oostersche Schipvaert, beghinnende vande hoofden oft Voorlant van Enghelant, tot Wijburch ende der Nerue in verscheyden Caerten begrepen: Midtsgaders t'gebruyck van dien.
[vignet]
Met grooter neersticheyt nu eerst by een vergadert, ende beschreuen door Luycas Janssz, Waghenaer, Stierman, woonende inde vermaerde Coopstadt van Enckhuysen.
Cum Priuilegio Regiae Maiestatis,
& Cancellariae Brabantiae.
Ghedruct tot Leyden, by Christoffel Plantijn,
voor Luycas Janssz Waghenaer van Enckhuysen.
Anno M. D. LXXXV.