Vaderlandsche historie. Deel 10
(1754)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXII.
| |
[pagina 502]
| |
na't ontstaan van denoonog, en na 't afzweeren des Konings van Spairje, en heeft nimmer, gelyk de Zoon, last als Stadhouder gehad van de Staaten. Maurits werdt in 't gemeen gehouden voor eenen der grootste Krygsluiden zyner eeuweGa naar voetnoot(n) Ontbrak hem zeldzaam aan voorzigtigheid of moed. Hy heeft de Krygskonst gebragt tot hooger' trap van volkomenheid, dan iemant, vobr zynen tyd; hadt konnen doenGa naar voetnoot(o); en, vooral voor de tyden van 't Bestand, veel toegebragt, tot bevestiging van den Staat. Na't uitgaan van 't Bestand, gedoogde de vervallen staat van 's Lands geldmiddelen niet, dat men den vyand; met zo veel gewelds als in vroeger' tyd, te keer ging; waarom Maurits weinige of geene gelegenheid hadt, om zyne Krygszugt, die veelligt ook afnam met de jaaren, te voldoen. Ook was men nu zo naauw niet verbonden met Frankryk en Engeland, als te vooren. Waarby, mogelyk, nog gekomen is, dat zy, die, door 's Prinsen beleid, na de verandering des jaars 1618, in 't bewind der hooge Regeeringe, gekomen waren, voor den aanwas van 's Prinsen eezag vreesden, en hierom zo sterk niet voor den oorlog yverden: 't welk Maurits niet dan onaangenaam heeft konnen zyn. De slegte uitslag der zaaken van Boheeme en de Palts heeft hem ook geweldig gespeeten. Hier sloeg 't Beleg van Breda toe, welk hy niet of naauwlyks zag te doen opbreeken. Alle welke redenen, in den laatsten tyd zyns leevens, | |
[pagina 503]
| |
zeer gemelyk en verdrietig maakten: 't welk gelegenheid gaf, om te verspreiden, dat hy van verdriet gestorven was. Toen hy in de kragt zyns leevens was, was hy zeer sterk en onvermoeid. Voorts, grooter van gestalte dan hy scheen, alzo hy zeer zwaarlyvig was. Hy hadt een bloozend weezen, en droeg eenen breeden blonden baard. Een zyner geliefdste uitspanningen was net Schaakspel; daar hy zig, als hy niet te velde was, en vooral ten tyde van 't Bestand, dikwils mede vermaakte. In de verkeering, was hy guller en openhertigerGa naar voetnoot(p), maar ook driftiger en oploopender dan zyn Vader. Be aanzienlyke staatigheid zyns hoss wist hy, naar 't getuigenis van zulken, die hem gekend hebben, bescheidelyk, met zuinigheid te paarenGa naar voetnoot(q). Hy schiep, somtyds, vermaak in boerten. Wiskonstenaars en schrandere Vestingbouwers waren by hem in hooge agtingeGa naar voetnoot(r). De Ampten, die in zyne Heerlykheden openvielen, gaf hy gemeenlyk aan zyne Huisgenooten, zonder zig met dezelven vrienden te willen maaken onder de Regenten der Steden, gelyk eenigen zyner opvolgeren gedaan hebbenGa naar voetnoot(s). Eenigen beschryven hem, als agterdogtig van aartGa naar voetnoot(t): 't welk egter meest schynt ontstaan te zyn, uit het gene hy zig, nu en dan, van Oldenbarneveld ontvallen liet, dien hy van ongeoorlofden handel met den Spanjaard scheen verdagt te houden. Ook meent men, dat hy zig, | |
[pagina 504]
| |
somtyds, niet gemeenzaam genoeg gedroegGa naar voetnoot(u). De President Jeannin noemt hem, in zyne Brieven, dikwils, een wys en eerlyk man, die 't gene hem, in zynen persoon, aanging, niet dan door zagte middelen, zogtGa naar voetnoot(v). Doch 't gebeurde in de jaaren 1618 en 1619 heeft veelen zyner tydgenooten en de meesten zyner nakomelingen anders van hem doen oordeelen. De dood van Oldenbarneveld, die men den Prinse weet, verwekte, terstond na datze was voorgevallen, groot misnoegen onder veelenGa naar voetnoot(w), en werdt, in 't gemeen, voor te geweldig een middel tot bevordering van 's Prinsen gezag aangezien. De nakomelingen hebben 'er niet gunstiger van geoordeeldGa naar voetnoot(x): en de roem, door Maurits, in den oorlog, verworven, is, in hun oog, naauwlyks, in staat geweest, om de schande, behaald, door zo streng een vonnis, over 's Lands ouden Dienaar, eenigszins, op te weegen. |
|