Vaderlandsche historie. Deel 10
(1754)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVI.
| |
[pagina 431]
| |
wyl, zonden die van Rochelle Gemagtigden herwaards, om onderstand te verwerven van de Staaten; die wel ongaarne zagen, dat hunne geloofsgenooten, in Frankryk, verdrukt warden; doch met den Koning in een Verbond stonden; welk het belang van den Koophandel en andere redenen niet gedoogden, dat geschonden werdt. Zy lieten de Rochelsche Gemagtigden egter zo lang in den Haage, dat zulks den Franschen Gezant, Da Maurier, in 't oog stak. Hy viel 'er klagtig over aan de Staaten: te gelyk gewaagende van zeker schip met wapenen, welk men, van hier, naar Rochelle hadt zoeken te voeren, en van zekere schimprymen op zyne Majesteit van Frankryk, die, hier te Lande, verspreid werden. Doch men wees hem aan, dat de Rochelsche Gemagtigden hier nooit openlyk waren aangenomen, en dat het voeren van wapenen naar Rochelle, buiten kennis der Staaten, geschied ware: ook werdt 'er onderzoek gedaan op de verspreiders van het SchotschriftGa naar voetnoot(s); doch het digten en verspreiden van diergelyke werkjes, schoon 't, in den aanvang deezes jaars, wederom, by openbaaren Plakaate, verbooden wasGa naar voetnoot(t), ging thans zo zeer in zwang, dat men den Heere van Sommelsdyk, in Herfstmaand, een schimpschrift t' huis zondt, waarin hy zelf, met lelyke trekken, werdt afgemaald. Het Hof deedt onderzoek op den maaker en drukkerGa naar voetnoot(u); doch ik weet niet, dat zy dntdekt werden. Wat den binnenlandschen kryg in Frankryk betreft; hy | |
[pagina 432]
| |
eindigde, in Wynmaand des volgenden jaars, met een Verdrag, volgens welk, alle de Sterkten der Hugenooten geslegt moesten worden. Rochelle zelf, de eenigste sterke Stad, die zy nog behielden, werdt genoegzaam in bedwang gehouden, door het Fort Louis, welk de Koning bezet hadtGa naar voetnoot(v). |
|