Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXX.
| |
[pagina 446]
| |
zwaarigheid, om zig borgen te verklaaren voor de onderhouding van 't BestandGa naar voetnoot(c): en in 't Verdrag, welk hiervan gemaakt werdt, was, eenigszins, begreepen de erkentenis, die de Staaten begeerd hadden. Het werdt, in den Haage, op den zeventienden van Zomermaand, getekend, en behelsde, ‘dat de Verdragen, in 't voorleeden jaar, door de Koningen van Frankryk en Groot-Britanje, met de Staaten, geslooten, tot beter bewaaring der vrede, welke men toen dagt te treffen; stand zouden grypen, geduurende het Bestand, en dat de hulp, den Staaten, by dezelven, beloofd, hun verleend zou worden, 't zy dat het Bestand, in Europa, of in de Indien, geschonden werdt, door of van wege den Koning van Spanje of de Aartshertogen; mids de twee Koningen, zo wel als de Staaten, van het schenden des Bestands oordeelden. Waartegen de Staaten zig verbonden, om, geduurende den tyd des Bestands, geen verdrag te maaken met den Koning van Spanje, noch met de Aartshertogen, buiten bewilliging der twee Koningen; die beloofden, ook geen verdrag met eenige Mogendheid, wie zy ook ware, te zullen maaken, tot benadeeling van het tegenwoordig Verdrag en van de vryheid der Staaten, voor welker behoudenis, en voor die van hunnen Staat, zy, als hunne | |
[pagina 447]
| |
goede vrienden en bondgenooten, zorgen wildenGa naar voetnoot(d).’ |
|