Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVII.
| |
[pagina 429]
| |
Holland, en liet zig allerlaatst overhaalenGa naar voetnoot(d). In Wintermaand, vertrokken derwaards Meesters Leonard de Voogd en Rombout Hogerbeets, Raaden in den Hoogen Raad, en Nikolaas Kromhout, Raad in den Hove van Holland; die, eerlang, met gunstig antwoord, te rug keerdenGa naar voetnoot(e). ZeelandGa naar margenoot+ zondt, nog voor Kersttyd, Gemagtigden naar den Haage, met last, om zig te voegen by de meerderheid: doch de Vergadering werdt eenige dagen opgeschort, ter oorzaake van het Kersfeest. De zaaken waren egter reeds zo wel voorbereid, dat de Staaten, op nieuws byeengekomen, den elfden van Louwmaand, een eenpaarig besluit namen, om ‘ingevolge van het besluit, den drie-entwintigsten van Wintermaand des jaars 1607, met opzigt op de Vredehandeling, genomen, in geval van het voortgaan der handelinge van Bestand, het eerste punt van het Verdrag, niet anders, dan op deeze wyze, te doen stellen, dat de Aartshertogen, ten overvloede, zo wel in hunnen naam als in dien des Konings van Spanje, verklaarden, dat zy te vrede waren, met de Heeren Staaten der Vereenigde Gewesten, te handelen, in de hoedanigheid en als dezelven houdende voor vrye Landen, Gewesten en Staaten, op welken zy niets eischten, en dat zy met hen, in de gemelde naamen en hoedanigheden, een bestand aangingen. Dat men niet zou gedoogen, | |
[pagina 430]
| |
dat 'er eenige kerkelyke of weereldlyke zaaken, strydig met de gemelde vryheid, werden voorgeslaagen; noch nieuw uitstel gezogt, ter oorzaake van den Indischen handel of andere punten. En zo het tegendeel, van wege den Koning van Spanje of de Aartshertogen, gedreeven werdt, langer dan agt dagen, dat men de handeling afbreeken, en met gemeene magt, en zo 't zyn kon, met hulp der Koningen, Vorsten en Staaten, begunstigers der goede zaake, de wapenen wederom opvatten zouGa naar voetnoot(f).’ Het neemen van zulk een hertelyk besluit hadt men voornaamlyk te danken aan het beleid van Oldenbarneveld; alzo vyf Gewesten en verscheiden' Steden van Holland reeds begonden te luisteren naar een bestand van twintig of vyfentwintig jaaren, zonder erkentenis van der Staaten vryheid: welk, omtrent deezen tyd, door Richardot, geopperd was, en, zo men meende, door de Engelschen, onder de hand, werdt begunstigdGa naar voetnoot(g). Doch de Advokaat, heimelyk aangezet door Jeannin, verklaarde 'er zig zo ernstelyk tegen, dat hy alle de Leden van Holland met Zeeland deedt samenstemmen in het gemelde besluit: waarnaar de andere Gewesten, niet magtig genoeg, om zig te kanten, tegen de meening van deezen twee, zig terstond voegdenGa naar voetnoot(h). |
|