Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 426]
| |
door de gezanten beraamd, smaakelyk te maakenGa naar voetnoot(v). Hy hadt last, om te vertoonen ‘welke voordeelen men, voor den koophandel van Brabant en Vlaanderen, uit het Bestand, te wagten hadt, wordende de havens deezer Gewesten nu allen geslooten gehouden; dat men, geduurende het zelve, ook voor 't belang van den Roomschen Godsdienst zorgen zou, wanneer de oude haat wat aan 't verkoelen geraakt was onder een volk, welk haakte naar verandering, en reeds, in 't stuk van den Godsdienst, oneenig was. Dat men voor 't gebruiken der dubbelzinnige woorden, die van de vryheid der Staaten gewaagden, niet bekommerd behoefde te zyn; alzo de gezanten der Koningen niet alleen getoond hadden, dat het regt van Spanje, daardoor, niet, verkort werdt; maar derzelver ydelheid was ook, uit de scherpzinnige uitleggingen van sommige Staatschen, gebleeken.’ En deeze redenen, ondersteund door het gezag des Hertogs van Lerma, die thans doen en laaten was by den Koning, bragten zo veel te wege, dat Filips, eindelyk, in 't Bestand bewilligdeGa naar voetnoot(w): schoon zyn besluit, om de Staaten handelbaarder te maaken, zo lang als 't mogelyk ware, bedekt gehouden werdt. Ga naar margenoot+ In krygsbedryven, was, dit jaar, niets uitgeregt. Alleenlyk werdt eene vyandlyke | |
[pagina 427]
| |
party, die, omtrent Aardenburg, op 't vee der Stedelingen loerde, door de onzen, overvallen en geslaagenGa naar voetnoot(x). Eenige Staatsche Ruiters, daarentegen, in Slagtmaand, ongebonden, langs den Duitschen bodem, stoopende, werden overvallen door de bezetting van Rynberk, dieze, grootendeels, versloeg. Adolf van Nassau, een moedig jongeling, doch die den soldaaten te veel wils gaf, sneuvelde, by deeze gelegenheid. Zyn dood bleef egter niet ongewrooken. Zyne Ruiters, die zig, te vooren, verspreid hadden, wederom samengetrokken zynde, overvielen de Rynberkschen, en versloegen 'er eenige honderden vanGa naar voetnoot(y). Te Oostende, bespeurde men, in Wintermaand, beginsels eener muiterye, by mangel van betaalinge. Doch de Aartshertogen zonden Pompejo Justiniani, met ander volk, waaraan men zo veel niet schuldig was, derwaardsGa naar voetnoot(z). 't Ryk van Marokko, in Afrika, in deezenGa naar margenoot+ tyd, ontrust zynde, door eenen tweespalt, tusschen Abdalla en Zaiden, die beide regt voorwendden tot de KroonGa naar voetnoot(a); bedienden sommige zeeroovers zig van de gelegenheid, om, onder deksel deezer verdeeldheid, buiten de Straat, te kruissen. Onder deeze roovers, hadt zig ook een Hollandsch schip vervoegd: waarvan men be- | |
[pagina 428]
| |
rigt kreeg, juist op den zelfden tyd, als Spinola zig in den Haage bevondt. De Staaten, om te toonen, dat zy zulk een bedryf niet door de vingeren wilden zien, verklaarden zig gereed, om eene geheele Vloot naar de Straat te zenden, en de roovers uit de zee te jaagen, zo de Markgraaf hun, uit den naam van Filips, de veilige vaart hadt willen belooven. Doch hy verklaarde hiertoe geenen last te hebben. Voorts, bevonden zig ook veele Engelschen onder deeze roovers: eenigen van welken een Zeeuwsch schip overweldigd hadden, op welk zig juist een dier Turken bevondt, welken, na 't inneemen van Sluis, op vrye voeten gesteld warenGa naar voetnoot(b). Deez' bestondt, by nagt, twee Engelschen, die, bevangen door den drank, sloffe wagt hielden, te doorsteeken: waarna hy 't Zeeuwsch bootsvolk in vryheid stelde. 't Schip werdt toen naar 't Vaderland gevoerd, daar de overgebleeven' roovers degewoonlyke straf ondergingenGa naar voetnoot(c). |
|