Vaderlandsche historie. Deel 9

XXXII.
De Staaten worden, door verscheiden tydingen van buiten, ontrust.

Ten deezen tyde en al eerder, waren

[p. 351]

den Staaten, uit Frankryk, Engeland en Duitschland, tydingen ter ooren gekomen, die hun niet weinig bekommerden. Men berigtte hun, dat de Spanjaards openlyk snoefden ‘dat Filips nimmer van gedagten geweest was, zyn regt van heerschappye over de Vereenigde Gewesten af te staan; maar dat hy, om tot handeling te komen, den Staaten 't genot der vryheid, voor eenen korten tyd, gegeven hadt. Dat hem hunne diepste geheimen nu zo door en door bekend waren, dat hy, of door vrede of door oorlog, eene gelukkige uitkomst hoopte. Dat hy hun, eindelyk, geene vrede geeven zou, zo zy niet van de vaart op de Indien afstonden, en de Roomschgezinden, in de openbaare Godsdienstoefening, herstelden.’ Ook hadt Filips Don Pedro de Toledo naar Frankryk gezonden, en wat laater zondt hy Don Ferdinand Girono naar Engeland, met last, om beide Henrik en Jakob te verzoeken, dat zy den handel in den Haage, derwyze wilden doen beleiden, dat de Koningklyke waardigheid, by het verdrag, welk men verwagtte dat geslooten zou worden, de minste afbreuk leedt^(z). Doch deeze gezanten dreeven nog eenen heimelyken handel in beide de Ryken, waarover de Staaten ongerust werden.

(z) Groth Hist. Libr. XVII. p. 540.