Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII.
| |
[pagina *11]
| |
De Spaansche Gezanten, buiten den Haage, ontvangen, door Prinse Maurits, in 't jaar 1608.
Is. Tirion excudit. | |
[pagina 320]
| |
land kwamen. Zy waren vyf in getal, te weeten de Markgraaf Ambrosio Spinola, Joan Richardot, Lid in den Raad van Staate onder, de Aartshertogen, en President van den geheimen Raad; Don Juan de Mancicidor, Geheimschryver des Konings van Spanje, benevens Neyen en Verreiken. In 't doortrekken der Hollandsche Steden, werden zy alomme beleefdelyk ontvangen van de Wethouders. Omtrent een half uur van den Haage, was Prins Maurits hun te gemoet gereeden, verzeld van eenen ongelooflyken stoet; dien de nieuwsgierigheid en verwondering herwaards gelokt hadt, om twee der grootste Veldheeren deezer eeuwe, die, voorheen, elk een Leger tegen elkanderen te velde gebragt hadden, alleen met heuschheden en omhelzingen te zien stryden. Spinola in Maurits koets getreden zynde, onderhielden de helden elkanderen, met den lof der wederzydsche dapperheid, en genooten elk den grootsten roem, dien zy zig zouden hebben konnen voorstellen, te weeten, naar waarheid, gepreezen te worden, van eenen vyand. De lange sleep der aanschouweren verzelde de gezanten tot aan de wooningen, welken men elk naar zyne waardigheid hadt aangeweezen. Spinola stelde, in de zyne, zulk eene kostbaare praal van huisraad en anderen opschik ten toon, dat de Landzaaten, dag aan dag, van alle oorden, toevloeiden om hem, zyn gevolg en zyne tafel te zien: onder welken 'er ook waren, die breed by | |
[pagina 321]
| |
hem opgaven van hunnen yver voor het Roomsche geloof. Ook gaf hy ligtelyk gehoor, aan die 't hem verzogten: 't zy hy dit voor welleevendheid rekende; of de gunst der gemeente zogt te winnen, ofze hem, t'eenigen tyde, mogt te stade komen. Het openbaar gehoor der vyandlyke gezanten ter algemeene Staatsvergaderinge was plegtiger dan naar gewoonte. De Prins en de Raad van Staate waren 'er tegenwoordig. Zy deeden hier, volgens gewoonte, slegts eene algemeene opening van hunnen last, en werden, in algemeene uitdrukkingen, beantwoordGa naar voetnoot(y). |
|