Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIV.
| |
[pagina 279]
| |
de, alleenlyk, dat hy de wapenschorsing van waarde hieldt, zonder de Staaten voor vry te erkennen, ja zelfs zonder goed te keuren, dar zulks, door de Aartshertogen, geschied was; zynde de woorden, die dit. behelsden; uit het eerste Verdrag, gelaaten. Ook waren de bekragtigingen alleenlyk op papier geschreeven, en getekend, Yo el Rey, Ik de Koning, gelyk men, in Spanje, gewoon was, de Plakaaten, aan onderdaanen gerigt, te onderschryven. De Staaten waren 't dan eens, dat de bekragtigingen verworpen moesten worden. Men magtigde eenen uit ieder gewest, om den Audiencier af te vraagen, of hy, mondeling of schriftelyk, nog iets hadt in te leveren, en zo neen, hem de gebreken in de bekragtigingen voor te houden, en aan te zeggen ‘dat, de Aartshertogen hunnen beloften geen gestand gedaan hebbende, hy geene reden hadt, om zig hier langer op te houden, en wel, terstond, vertrekken mogtGa naar voetnoot(o).’ Verreiken verschoondeGa naar margenoot+ het uitlaaten der woorden, die der Staaten vryheid bevestigden, blaauw genoeg, met een' misslag van den uitschryver. Men verleende hem, op zyn verzoek, verlof, om naar Brussel te schryven, van waar, eerlang, antwoord kwam, niet van de Aartshertogen; maar van Joan Richardot, President van den geheimen Raad, inhoudende ‘dat 's Konings meening niet we | |
[pagina 280]
| |
gevat was; dat hy, geen deel van 't Verdrag verwerpende, moest gerekend worden, het gantsche Verdrag bevestigd te hebben. Dat de Aartshertogen volkomen voldaan hadden aan hunne belosten; doch, ten overvloede, nag eens naar Spanje wilden schryven, om, 't gene men in de bekragtigingen berispte te doen verbeteren; mids de Staaten niet uitstelden, hunne Vloot t'huis te ontbieden, en met de daad te toonen, dat zy de Vrede zo ernstig zogten, als zy met woorden be tuigdenGa naar voetnoot(p).‘Verreiken voegde hier by dat hy zig sterk maakte, den Staaten eene bekragtiging te zullen, bezorgen, die hun voldoen zou, zO zy de Vloot, zonder uitstel, te rug riepen. Ga naar margenoot+ Doch, over dit punt, ontstondt wederom nieuwe twist, in de Vergadering der algemeene Staaten. Veelen riepen, dat zy, openlyke, bespot werden door den Spanjaard, die hun slegts met den smaak der vryheid gestreeld hadt, om hen te ontwapenen, en, daarna, onverhoeds, te overvallen: waartoe, gelyk men, omtrent deezen tyd, vernam, beide in Spanje en in Vlaanderen, vlooten werden uitgerust. Prins Maurits styfde deeze meening, en beweerde, dat men de Vloot veeleer versterken, dan te rug ontbieden moest. De Fransche Gezanten zelven scheenen de oogmerken van Spanje te verdenken, en hielden staande, | |
[pagina 281]
| |
dat Filips nooit eene behoorlyke bekragtiging overzenden zou: ook, dat de Staaten, te leur gesteld door de Aartshertogen, de Vloot niet te rug ontbieden konden, zonder te gaan van hun voorig besluit, en zonder te veel vrees voor hunnen vyand, als ware hy nog hun meester, of te sterke zugt tot vrede te vertoonenGa naar voetnoot(q). Maar Oldenbarneveld begreep, dat men, reeds beloofd hebbende, der Vloote geen' onderstand noch mondbehoesten toe te voeren, wel genoodzaakt was, haar herwaards te laaten keeren. Ook drongen de Hallandsche Koopsteden, bedugt, dat de Koning van Spanje de schepen, die zy in Italie hadden, mogt aantasten, sterk op het inwilligen van Verreikens voorslagGa naar voetnoot(r). Om deezen Steden genoegenGa naar margenoot+ te geeven, werdt dan, ter Vergaderinge van Holland en ter algemeene Staatsvergaderinge, met meerderheid van stemmen, beslooten, Verreiken, by monde van den Advokaat, te antwoorden, gelyk, op den negenden van Oogstmaand, geschiedde ‘dat de schriften, uit Spanje, overgebragt, den Staaten niet voldeeden; waarom zy een ander ontwerp hadden opgesteld, in de Latynsche en Fransche taale, welk hy hem overgaf, en welk de Koning zou dienen te volgen, binnen zes weeken, zo hyin verdere handeling begeerde te treeden. Dat de Staaten, na 't ontvangen van 's Konings be- | |
[pagina 282]
| |
kragtiging, zo veel tyds, als 'er, van nu af, tot den eersten van Herfstmaand, verloopen moest, begeerden, om zig op de nadere handeling te beraaden, Dat men, nogtans, uit agting voor de Aartshertogen, by welken men wel zag dat dit verzuim niet toekwam, de Vloot opontbieden, en alle pryzen, zes weeken na deezen dag gemaakt, kwaad verklaaren, zou. Dat men, eindelyk, de gebrekkelyke bekragtigingen zou bewaaren, tot dat 'er beteren kwamen, alleenlyk, ten bewyze, dat 'er een stiltstand van wapenen geslooten wasGa naar voetnoot(s).’ Ga naar margenoot+ Verreiken beantwoordde 't besluit der Staaten, heuschelyk, naar zyne gewoonteGa naar voetnoot(t) Doch 's anderendaags, kort voor zyn vertrek, werdt hy nog eens by de Staaten ontbooden, alwaar Oldenbarneveld hem aanzeide ‘dat de Staaten misnoegd waren op Neyen, die eenige byzondere Persoonen hadt zoeken te winnen, door geschenken. Dat hieruit bleek, dat men eenig slinksch oogmerk hadt; maar dat zy zo gerust waren op elkanderen, dat zulke streeken nergens toe konden dienen, dan om hun te doen gelooven, dat men eenig slinksch oogmerk hadt; maar dat zy zo gerust waren op elkanderen, dat zulke streeken nergens toe konden dienen, dan om hun te doen gelooven, dat men hen dagt te misleiden. Dat hunne tegenwoordige Vergadering bestondt uit meer dan zeventig Persoonen, die gehouden waren, den raad in te neemen van een veel grooter getal, in hunne byzondere | |
[pagina 283]
| |
‘Gewesten en Steden; welke groote menigte onmogelyk om te koopen was. Zo zy egter vonden, dat iemant zig zo ver verleiden liet, zoudenze eene voorbeeldelyke straf over hem oefenen, tot beschaaming van zulken, die hem hadden zoeken om te koopenGa naar voetnoot(u)’ Voorts, stelde men den diamant en 't Handschrift van Spinola Verreiken wederom ter hand: die, zig verbaasd gelaatende, over 't gene hy hoorde en zag, verzekerde, dat alles buiten kennis der Aartshertogen geschied was, daarby voegende ‘dat men 't niet vreemd vinden moest, zo monniken, een volk gierig uit der aart, anderen asmaten, naar zig zelvenGa naar voetnoot(v)’ Den volgenden dag, keerde de Audiencier naar Brussel. |
|