Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijX.
| |
[pagina 266]
| |
en voorzigtigheid vanGa naar margenoot*Cicomore alleenGa naar voetnoot(k)’ En In eenen anderen Brief. ‘Eenigen zeggen, dat onze Serjant niet verlangen moet, dat deGa naar voetnoot†Antes ryker en magtiger worden, dan zy reeds zyn, om redenen, die gy, ligtelyk, bevroeden kontGa naar voetnoot(l)’ Welken nu deeze redenen waren, kan men afneemen uit een gesprek van Jeannin met Prinse Maurits, in de te genwoordigheid der Prinseffe Weduwe van Oranje en van Graave Willem Lodewyk, te vooren, gehouden, waarin hy vertoonde‘hoe 't, zo men op nieuws wilde oorloogen, niet redelyk ware, dat de Koning zyn geld en Staaten waagde 't zonder 'er iets by te winnen,’ daarby voegende ‘dat men de, Vereenigde Gewesten geheel Fransch moest maaken.’ Doch Maurits hadt hem geantwoord ‘dat het nu de tyd niet was, om hier van te reppen, zo men de Landen niet eerder Spaansch dan Fransch wilde zienGa naar voetnoot(m)’ De Advokaat Oldenbarneveld hadt's Konings toeleg ook zo wel begreepen, dat hy, zyne Majesteit niet beter wist te vleijen, dan met zynen Gezant te verklaaren, ‘dat men, te raade wordende de Regeering te veranderen, en een Vorstendom te maaken van den vryen Staat, den Koning van Frankryk, voor alle Vorsten, kiezen zou.’ En Jeannin, die die schryft, voegt er by ‘dat hy, voor zyn vertrek van hier, | |
[pagina 267]
| |
nog meer lichts wegens dit stuk uit den Advokaat zou zoeken te trekkenGa naar voetnoot(n)’ Doch hiervan kwam niets. Wy hebben deeze dingen, schoon laater geschreeven en voorgevallen, hier willen byeenvoegen, op dat men zien zou, met wat grond, Henrik de IV. misnoegd was over een gerugt, welke zyne inzigten, misschien, een weinig vergroot en verdraaid, maar nogtans niet geheel buiten de waarheid, voorstelde. Ondertufschen, nam hy zyn misnoegen hierover en over 't sluiten der wapenschorsinge, zonderhem te kennen, voor de eerste reden, tot het afzenden van een plegtig gezantschap, herwaards; waartoe Pieter Jeannin, Paul Chouart, Heer van Butzanval, 's Konings gewoonlyke gezant by de Staaten en Elias de la Place, Heer van Russy, werden aangesteld. De laatste was tot Buzanvals opvolger geschiktGa naar voetnoot(o) Jeannin, die't beleidGa naar margenoot+ der zaaken stondt te hebben, was, eertyds, een der voornaamste aanhangeren van 't Huis van Lotharingen geweest; doch, zynen zoen, te gelyk met den Hertoge van Mayenne, van den Koning verworven hehbende, werdt hy, sedert, in de gewigtigste Staatszaaken, gebruikt. Ook verhief de Koning hem tot eersten President van Bourgondie. Hy was bedreeven in de regten en in alle andere deelen der geleerdheid; doch door en door ervaaren in de Staatkunde, en zyns gelaats en zyner rede- | |
[pagina 268]
| |
nen zo volkomen meester, dat hy, schryven sommigen, openhertigst scheen, wanneer hy zyne gedagten allermeest verborgen hieldtGa naar voetnoot(p) Ook hadt hy zulke doorslaande blyken gegeven van trouwe aan zynen Koning, dat deeze hem 't geheim van 't gezantschap naar Holland geheellykGa naar margenoot+ toevertrouwde. De Koning hadt hem en zynen medegezanten onder anderen gelast, ‘den Staaten eer tot vrede dan tot oorlog doch allerminst tot bestand te raadenGa naar voetnoot(q)’ Ook moestenze ‘'t gezag van Prinse Maurits en van 't gantsche Huis van Nassau zoeken te bevestigen en te vermeerderen, zo egter, dat het byzonder belang niet gesteld werdt boven 't gemeen. Met den Advokaat Oldenbarneveld, met den Griffier Aarsens en andere voornaame luiden, moestenze, insgelyks, goed verstand houden. Voorts, werdt hun bevolen, te bezorgen, dat de Staaten geen verder verdrag slooten, met de Aartshertogen of anderen, buiten kennis en bewilliging des Konings, die ook een nieuw en goed verbond van onderlinge bescherming begeerde op te regten met de StaatenGa naar voetnoot(r)’ Van eenige andere punten van hunnen last zullen wy, hierna, moeten gewaagen. |
|