Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVIII.
De maar van de overwinning voor Gibraltaar was nog neit in de Vereenigde Gewesten westen gekomen, toen Neyen, nu in den Haage, op den elfden van Bloeimaand, gehoor verwierf ter algemeene Staatsvergaderinge. Veelligt, hadt men, in Brabant, reeds, te post, kennis gekteegen van den slag. Immers de Monnik verzogt ‘dat de Staaten hunne Vloot uit Spanje te rug wilden ontbieden; voorts naderklaaren, wat met het belegeren, invallen en inlegeren, in het Jongste verdrag, gemeend werdt, en hem vrygeleide geeven, om, van nu af, tot den eersten van Herfstmaand, over en weder, te reizen. Het opontbieden der Vloote hieldt hy betaamelyk, indien de Staaten gezind waren, alles aan te wenden, wat in hun vermogen was, tot bevordering der vrede, gelyk de Aartshertogen, daartoe, van hunnen kant, gezind waren, hebbende zy, ten blyke hiervan, nog onlangs, vrywilliglyk en op het bloot verzoek der Staaten, beloofd, te zullen bezorgen, dat de Koning van Spanje het | |
[pagina 259]
| |
jongste Verdrag bekragtigde.’ Doch op deezen voorslag werdt langzaam beslootenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot(x). De Gewesten hadden nu een groot getal van de aanzienlykste gemagtigden ter algemeene Staatsvergaderinge afgezonden, onder welken, de raadpleegingen, op al wat den Vrehandel betrof, traaglyk voortingen. Ook kreeg men, kort hierop, by gerugte, kennis van den zeegslag: 't welk sommingen deedt oordeelen, dat men de Vloot vooral niet moest doen te rug keeren; maar 't geluk vervolgen, en onder de wapenen van vrede handelen. Prins Maurits merket aan ‘dat men, de Vloot te rug roepende, van het genomen besluit zou afwyken, an de wapenschorsing te lande ook uitstrekken over de zeeGa naar voetnoot(y)’ Anderen begreepen, daarentegen, dat men, door het herroepen der Vloote, behoorde te toonen, dat men eene goede vrede zogt. Kon deeze niet getroffen worden; de deeze stondt altoos open, en men kon, altoos, eendregtelyk, de wapenen opneemen, om zig niet slegt over de oude ongelyken; maar ook over den hoon eener bespottelyke Vredehandelingen te wreekenGa naar voetnoot(z) De Staaten waren nog bezig met diergelykeGa naar margenoot+ overleggingen, toen zy, byna op eenen tyd, zeker kennis kreegen van den slag voor Gilbraltar en van de aankomst van een buitengewoon Gezantschap uit Frankryk, welk, op den tweeëntwingtigsten van | |
[pagina 260]
| |
Bloeimaand, te Vlissingen, geland was. |
|