Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVI.
| |
[pagina 251]
| |
bestemden dage, gehouden: en men merkte toen op, dat de Predikanten, elk naar dat hy gezind was, of uitweidden in den lof der vrede, of 't volk met haat tegen de Spaanschen vervulden. Ook raakten de gemoeden van 't gemeen, na deezen dag, over 't stuk der Vredehandelinge, meer en meer, aan 't beweegen. Eenige Leden derGa naar margenoot+ Regeeringe ook, die de eerste voorslagen tot handeling hadden laaten doorgaan, om dat zy dagten, dat 'er geen gevolg op komen zou, begonden, uit het keeren van den Monnik, te vermoeden, dat de zaak ernst zou worden, en kreegen berouw van hun zwygen. Sommigen beschuldigden Van der Does, dat hy eene zaak van zo veel gevolg, zonder last, op zig genomen hadt. Anderen begeerden te weeten, volgens welk een besluit, Neyen zig verstout hadt, op der Staaten bodem te komenGa naar voetnoot(v) 't Liet zig, in 't eerst, derhalve, aanzien, dat hy weinig slaagen zou, in zyn oogmerk. Ook maakte de tyding, die men, in Bloeimaand, uit Spanje kreeg, de Landzaaten heeter naar 't voortzetten des oorlogs. De Staatsche Vloot hadt eene heerlyke zege behaald, voor Gibraltar, waarvan wy nu de voornamste byzonderheden moeten melden. |
|