Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVIII.
| |
[pagina 220]
| |
en, door deezen, het krygsvolk weeten te beweegen, om hem deezen korten dienst te doen. Maurits verdubbelde, derhalve den arbeid voor Grol, en begon zyn Leger te beschansen; doch te spade: zynde den vyand nu in aantogt. Spinola hadt zevenduizend knegten en twaalfhonderd paardenbyeen gekreegen, en was van zins, schoon Maurits Leger zeer veel sterker was, eenen slag te waagen: 't zy hy zig verliete op de dapperheid der zynen, of zig verzekerd hieldt, dat de Prins den sag, schuwen zou. Hy trok, In goede orde, op, en uit verspieders, verstaan hebbende, waar Maurits Leger zwakst was, vertoont hy zig, door lange en moerassige wegen, derwaards, getrokken, in volkomen slagorde. Doch Maurits, schoon de Staaten hem tot slaan gemagtigd hadden, en 't volk, met naame de Franschen, daarop, slerk aanstonden, hieldt zyne troepen in veiligheid, binnen de Legerstede; voor reden geevende, dat zyn volk ziekelyk was, en ligt verschrikken zouGa naar voetnoot(n)Ga naar margenoot+. Hy brak zelfs, kort hierna, op van voor Grol: en toen betrokken de beide Legers de winterkwartieren. De Vreenigde Staaten dankten een Hoogduitsch Regement af, welk, dit jaar, geworven was: alzo het meerder foldy trok dan de andere benden, en hierom een lastig voorbeeld gafGa naar voetnoot(o). |
|