Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVI.
| |
[pagina 214]
| |
twee dagen, ontzet beloofd was, waartoe Maurits zig, inderdaad, gereed maakte.Ga naar margenoot+ De Stad werdt den veertienden van Oogstmaand opgegeven by verdrag, volgens welk, onder anderen, de Ingezetenen, die wilden, vryelyk vertrekken mogtenGa naar voetnoot(d). Opmerkelyk is 't egter, dat de meeste Ingezetenen, in Grol en in de andere Steden, die, te vooren, op gelyke voorwaarde, overgegaan waren, gebleeven zyn: als ware het hun om 't even geweest, welken Godsdienst zy oefenden, en onder welk eene regeering zy leesdenGa naar voetnoot(e). Ga naar margenoot+ De Markgraaf verliet, na 't veroveren van Grol, het laage land, en, hooger op getrokken, sloeg een deel zyns Legers zig, den tweeëntwintigsten van Oogstmaand, neder voor Rynberk, dat, onlangs, door Graave Ernst van Nassau, met nieuwe werken merkelyk versterkt was. Bucquoi, die 't eerst voor de Plants kwam, hadt, onder weg, een Staatsch Oorlogsschip veroverd, en eenige anderen verbrand. Doch eer hy de Stad t'eenemaal besluiten kon, hadt 'er Graaf Henrik Fredrik veertien vendelen knegten en eenige paarden binnen gebragt; waardoor de bezetting meer dan drieduizend knegten en omtrent tweehonderd paarden sterk werdt. Hy keerde te rug naar 't Leger zyns broeders, welk by Doesburg lag; doch eenige Fransche Grooten, onder welken Soubife, Broeder des Her- | |
[pagina 215]
| |
togs van Rohan, was, lieten zig, vrywilliglyk, besluiten binnen Rynberk, om de konst van belegeren en verdedigen, by ondervinding, te leeren, Eenige dagen hierna, kwam Spinola zelf voor de Plaats, neemende, voor zyn deel van't beleg, het aantasten eeniger werken, die aan de overzyde der Riviere waren opgeworpen. Uit deeze werken, deedt de Staatsche Ruitery den eersten uitval, in welken Spinola byna gevangen werdt. De tweede geschiedde op het Leger onder Bucquoi, in welken de Baron de Fleches, een der Fransche Edelen, zig te diep onder de vyanden begeven hebbende, gevat werdt. De Staatsche Kolonel Edmond sneuvelde wat laater, door het schieren van Spinola; waarna, de schans over den stroom, in welke hy geboodt, uit schrik, verlaaten werdt. De werken der Stad zelve werden, ondertusschen, door schieten, ondermynen en bestormen, vinnig aangetast, en wakkerlyk verdedigdGa naar voetnoot(f). Maurits hadt, in deeze gelegenheid, denGa naar margenoot+ Staaten gevraagd, wat hem te doen stondt: en zy hadden alles aan hem gelaaten, zelfs ook slag te leveren, indien hy 't geraaden oordeelde. Hy deedt dan, op 't ontvangen van dit antwoord, om den zynen moed te geeven en den vyand te verbaazen, wakere toerusting maaken, zig alleszin gelaatende, als hadt hy voorgehad, 't beleg | |
[pagina 216]
| |
op te slaan. Doch hy hadt, by zig zelven, beslooten, den vyand, het gantsche jaar, op te houden voor Rynberk, en zelf noch slag te zoeken, noch eenige belegering te onderneemen. Hy was, met reden, bedugt, dat, wanneer hy den Yssel verliet, Spinola derwaards keeren zou, en op nieuws over de stroomen tragten te komen. Hy vondt dan goed, zig, by Wezel, neder te slaan, neemende, am den soldaat aan werk, te helpen, by verdrag, de schansen in, die de vyand, omtrent de famenvloeijing van de Lippe en den Ryn, begonnen hadt. Ook noodzaakte hy Spinola, om zyn Leger, welk tot, nog toe open gelegen hadt, te beschansen. De belegerden deeden, midlerwyl, verscheiden' uitvallen, in welken de Franschen geduurig blyken van ongemeene dapperheid gaven. Doch de moed begon te slaauwen, toen men de hoop op ontzet verlooren gaf. Ook kreeg men gebrek aan buskruid. De vyand hadt nu eenige werken bemagtigd, en de overigen waren te zwak, om langen tegenstand te bieden, waaromGa naar margenoot+ de Bevelhebber Uitenbove tot de overgave besloot, die op den tweeden van Wynmaand geschiedde. 't Beleg hadt den vyand omtrent vyfhonderd man, den onzen weinig minder gekost. 't Verlies van Rynberk ging den Vereenigden Staaten zeer ter herte. Zy zagen, van hoe weinig dienst de sterkste plaatsen waren, als menze, met geweld, begon aan te tasten. Ook hadt men, in 't gemeen, grooter verwagting gehad van | |
[pagina 217]
| |
het Leger, welk dit jaar op de been gebragt wasGa naar voetnoot(g). |
|