Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVIII.
| |
[pagina 194]
| |
volgd te worden, zig ter naauwer nood, door 't zien van Prinse Maurits, die hen van verre gevolgd was, tot staan laatende brengen. Hopman Marcelis Bax, gezonden om 't Huis te Broek, tegen over Mulheim, in te neemen, was, midlerwyl, in gevegt geraakt met de vyandlyke Ruitery, en slondt op 't puntom te wyken, toen hy, door Graave Henrik Fredrik en weinige anderen, die stand gehouden hadden, ondersteund werdt. 't Gevegt werdt toen, met nieuwe hevigheid, hervat. Doch 's vyands Paardenvolk versterkt geworden zynde, door eenige kornetten onder Louis de Velasko, sloeg de schrik andermaal onder de Staatschen, die, met lossen toom, aan 't vlugten sloegen. Maurits, staande aan de andere zyde van de Roer, zogthen, door schelden, door dreigen, door bidden, tot staan te beweegen. 't Mogt niet helpen. Henrik Fredrik, met eenige weinigen, nevens Bax, stand houdende, liep groot gevaar, om gedood of gevangen te worden. Maurits, nu niet meer aan de overwinning, maar aan de behoudenis zyns Legers denkende, zendt eenige Regementen voetvolk over den stroom, die, met de spietsen vooruit, en, digt ineen geslooten, 's vyands ruitery te keer gaan. Horatio Vere was de eerste, die de Roer doorwaadde. Hem volgde de Fransche KolonelGa naar margenoot+Omarville, die hier 't leeven liet, De vyand was nu aan 't wyken, toen Spinola, aan verscheiden' oorden tevens, detrom doende roeren, Maurits in den waan bragt, dat | |
[pagina 195]
| |
de gantsche magt van's vyands voetvolk in beweeging en naby was. Hy dan, zigGa naar margenoot+ niet meer durvende verlaaten op zyne tuiterye, deedt, hierop, den afrogt blaazen, die, in goede orde, geschiedde. Van 's vyands kant, was de Overste Trivultio gesneuveld. Voorts was 't verlies, ter wederzyde, omtrent even groot; doch de schande aan de onze. Spinola leerde, uit het gevaar, welk hy hier geloopen hadt, zyne troepen, naderhand, digter by elkanderen legeren. De ongelukkige aanval, van welken wy spreeken, was geschied, op den hegenden van WynmaandGa naar voetnoot(d). Op den agtentwintigsten,Ga naar margenoot+ maakte Bucquoi zig, by verdrag, meester van Wagtendonk, zynde hy toen, op den twintigten dag van 't beleg gevorderd tot aan de bolwerken. Wat laaterGa naar voetnoot(I), overmeesterde hy het Slot Krakou, in 't Graafschap Meurs, met geringe moeiteGa naar voetnoot(e). |
|