Vaderlandsche historie. Deel 9
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijX.
| |
[pagina 164]
| |
einde des volgenden jaars: wanneer den ingezetenen der Vereenigde Gewesten de vaart op Spanje, op niueuws, op verbeurte van lyf en goed, verbooden werdtGa naar voetnoot(p). De Aartshertogen hadden ook een Plakaatuitgegeven: waarby zy allen, die, voorheen, ten Lande uit geweeken, en nu onder den vyand gezeten waren, vergunden, veilig wederom te keeren, met belofte, dat men hen herslellen zou, in 't bezit hunner aangeslaagen' goederen, welken zy egter niet zouden mogen vervreemden. Doch weinigen hebben zig verlaaten op deeze beloftenGa naar voetnoot(q), die men meende te strekken, om eenige voornaame. Onroomschen in 't net te krygen. Ga naar margenoot+ De Vereenigde Staaten maakten zig, tegen 't einde des jaars, gereed, tot denveldtogt des volgenden, dien zy nu, in Vlaanderen, dagten te openen, om, ware 't mogelyk, Oostende, welks verdediging hun, maandelyks, honderdduizend guldens kostteGa naar voetnoot(r); te ontzetten, 't Leger werdt verzameld, te Willemstad, vanwaar, het, in eene ontelbaare menigte van kleine vaartuigen, op den vyfentwintigslen van Grasmaand des jaars 1640, door het zwarte gat, naar Kadzand, werdt overgevoerd. De Raad van Staate hadt geoordeeld, dat men, terstond, het Sluische gat of Zwin hadt be hooren te kiezen, wanneer 'er schoone kans geweest zou zyn, tot het verrassen van Sluis | |
[pagina 165]
| |
toen ontbloot van bezetting. Doch Maurits, 't zy hy de gelegenheid van wind en slroom niet gunstig genoeg oordeelde, 't zy om andere redenen, hadt ditstuk anders ' ingezien. De overzydsche oever van't Zwin werdt, sedert, sterk bezet door Spinola, so dat het Staatsch Krygsvolk niet van Kadzand naar Sluis kon overgezet worden. Maurits, derhalve, Sluis laatendeGa naar margenoot+ leggen, trekt over de vaart, die agter Kadzand omloopt, bemagtigt aldaar eenige schansen; en Yzendyke, na een beleg van zeven dagen. Aardenburg, verlaaten van zyne bezetting, werdt, door den Prins, ingenomen en sterk gemaakt. Ook leide hy eenig volk in 't Kasteel van Middleburg. Hierra, besloot hy Sluis te belegeren, en zig, ten dien einde, eerst te verzekeren van twee vaarten, die derwaards loopen, en de Zoute en Zoete genaamd zyn. Velasko, verschansl op den weg naar deeze vaarten, zogt Maurits te sluiten; doch werdt geslaagen, en liet'er agthonderd man, van, welken driehonderd gevangen werden. Het Sraatsche Leger, gevoerd. over de twee vaarten, dreef den vyand uit verscheiden' schansen, gelegen ten wesleu van't Sluische gat: waarna de Prins zig, tusschen 't strand en de Stad, op drie plaatsen, nederisloeg. Doch eer de Stad beslooten kon worden, was'er, tot drie reizen toe, volk ingebragt. Eenige wagens met mondbehoeften, aangevoerd door Pompejo Fusliniani, vielen, daarentegen, den onzen in handen, Ook liepen, daarna, wel vyftig roeijersvan Spi- | |
[pagina 166]
| |
nola, uit de Stad, over tot Maurits, uit welken hy berigt kreeg, dat de leeftogt, onder die van binnen, schaars omkwam, en, mids het versterken der bezettinge, dagelyks minderde : 't welk hem besluiten deedt, de Plaats, uithongering, te dwingen. Nogtans, maakte hy allerlei toebereidfels, als of hy haar met geweld wilde aantasten, houdende zelfs eenen Vast- en bededag, door't gantsche leger; 't welk zyne gewoonte was, wanneer'er gevaarlyke aanslagen op handen waren. Midlerwyl, en Vlaanderen afloopen door de ruiterye, weigerende ook, eenige overloopers meer te ontvangen : al het welke de Stad in merkelyke benaauwdheid bragtsGa naar voetnoot(s). Ga naar margenoot+ De Aarthertog was wel bedagt, om haar te ontzetten; doch't onrbzaak hem aan volk en dit was de oorzaak, dat hy te ligter besloot tot een Verdrag met de muitelingen van Hoogstraaten, die, in Bloeimaand, met hem verzoend werden. Zy hadden zig, terstond na dat zy in Graave gelegd waren, bezig gehouden, met stroopen ten platten landem, en, in den aanvang des jaars, Eindhoven in Branbant, en Erkelens in Gelderland geplonder : zelfs op den Duitschen bodem, in Westfaalen en Paderborn, gestropt, gemoord, en ander geweld bedreeven: waarover de Keizer, by de Vereenigde Staaten, die nu de muitelingen be | |
[pagina 167]
| |
schermden, zwaare klagten gedaan hadtGa naar voetnoot(t). Sedert, hadt de woeste hoop zig wederom naar Brabant begeven, en hieldt zig nu, grootendeels, in Luikerland op, met plonderen; vorderende, van de landen der Aartshertogen, meer niet dan brandschatting, hoe, zeer Maurits soldaaten hen ook drongen, om, volgens hunne belofre, den vyand zwaarer schade toe te brengen. Deeze bescheidenheid verwierfhun hunnen zoen by den Aartshertoge, die hun, ten onderpand van't gene hy hun toegelegd hadt, de Stad Roermonde te bewaaren gaf. De Vereenigde Staaten waren zeer bekommerd geweest, dat zy, by deeze gelegenheid, den vyand de Stad Graave zouden hebben geleverd. Doch eerlykheid, of vrees voor nieuw ongenoegen met hunnen ouden Heer, in welk geval, zy der Staaten bystand wederom behoeven zouden, bewoog hen, om de Stad den Nassauschen wederorn te geeven. De Sloten Kerpen en Hoogstraaten werden hun, daarentegen, door de onzen, ingeruimd: en zy gavenze den Aartshertoge overGa naar voetnoot(u). Albertus, zyne manschap, door het treffenGa naar margenoot+ van deezen zoen, vermeerderd ziende, ontboodt twee duizend man van de geweezen' muitelingen naar Vlaanderen, en gaf toen Spinola last, om't intzet van Sluis te onderneemen. Hy deedt het ingaarne, oordeelende dienstiger, Oostende, met meer geweld, | |
[pagina 168]
| |
weld, aan te tasten. Eerst liet hy batteryen opwerpen, omtrent de Moerkerker watering. Doch Maurits, daartegen andere batteryen gestigt hebbende, noodzaakte hem, de wyk van daar te neemen. Daarna, viel hy aan op de Legerplaatse van Graave Willem Lodewyk, alwaar hy, insgelyks, met merkelyk verlies, werdt afgeslaagen. Vanhier, te rug getrokken, bemagtigde hy de schansen Katharine en Filips, zoekende, daarna, over te raaken op Kadzand; doch de oever deezes Eilands werdt zo wel bezet gehouden, dat zyne Spanjaards, die, onder een hagelbui van kogelen, zogten op te klauteren tegen den dyk, onvrrrigter zaake, te rug moesten. Onder de gesneuvelden van naame aan 's vyands zyde, vondt men den Markgraaf van Renti. Ook herkende men veele geweezen' muitelingen van Hoogstraaten onder de dooden; die hier, wederom, het eerste blyk hunner nieuwe vyandlykheden tegen de Staatschen gegevenGa naar margenoot+ hadden. Sluis, midlerwyl, door hongersnood, tot op 't uiterste gebragt zynde, en geene hoop altos hebbende op ontzet, gaf zig, op den twintigsten van Oogstmand, over by verdrag, welk 's daags te vooren getekend wasGa naar voetnootv. Drieduizend krygsknegten, die 't lyf, sedert eenigen tyd, by verrotte krengen en ander onguur voedsel, hadden moeten houden, trokken, geheel verzwakt, ter Stad uit. Eenigen bezweeken onder weg. Zeventig stukken geschuts | |
[pagina 169]
| |
en tien galeien vielen hier Prinse Maurits in handen. De Slaaven, omtrent veertienhonderd sterk, verkreegen hunne vryheid, wordende de turken en mooren onder dezelven, om gunst en veiligen handel, by deeze afgelegen' volken, te winnen, naar hun Vaderland, te rug gezonden. Aurelio Spinola, neef van Ambrosio, binnen Sluis bevel gevoerd hebbende, werdt, tegen het Staatsch scheepsvolk, welk de Aartshertog gevangen hadt, vrygelaaten. Kadzand, Sluis en Yzendyke werden, sedert, met nieuwe werkenGa naar margenoot+ versterkt. De Staaten der Vereenigde Gewesten droegen de Landvoogdy van 't bemagtigd gedeelte van Vlaanderen aan Graave Henrik Fredrik op, wordende Karel van der Noot aangesteld, tot zynen StedehouderGa naar voetnootw. Voor Sluis, was krank geworden, en, niet lang daarna, verleeden, Graaf Lodewyk van Nassau, Zoon van Graave Jan van Nassau den Ouden, die, in den bloei zyner jeugd, trefflyken blyken van beleid en kloekmoedig gegeven hadtGa naar voetnoot(x). In Bloeimaand te vooren, was, aan 's vyands zyde, gestorven de oude Graaf Pieter Ernst van Mansfeld, die, zyn' meesten leeftyd in den oorlog gesleeten hebbende, desonaangezien, den ouderdom van meer dan zesentagtig jaaren bereikt hadtGa naar voetnooty. |
|